In een zaak die veel invloed kan hebben op de toekomst van het Nederlandse hoger onderwijs gaat NHTV Breda in hoger beroep. De hbo-instelling eist van het ministerie evenveel geld voor zijn academische opleidingen als een universiteit.
Hogescholen mogen tegenwoordig academische bachelor- en masteropleidingen aanbieden, maar de overheid maakt nog altijd een onderscheid tussen hbo en wo. De hogescholen krijgen minder geld voor een academische opleiding dan de universiteiten.
Niet eerlijk, vindt NHTV Breda. En het gaat dan niet om het vaste bedrag aan onderzoeksgeld dat universiteiten nu eenmaal krijgen. Dat geld groeit immers niet met het aantal studenten mee en die bedragen zijn ook goeddeels historisch gegroeid.
Het gaat alleen om het bedrag per student dat anders is voor hogescholen dan voor universiteiten. Het scheelt enkele duizenden euro’s. Neem een driejarige academische bacheloropleiding. Daar krijgt een universiteit 16,1 duizend euro per student voor (drie jaar studeren plus een diploma), terwijl NHTV Breda op veertienduizend euro uitkomt.
Soort universiteit
Voor de academische masteropleidingen is het verschil nog groter. Universiteiten krijgen 11,2 duizend euro (één jaar plus een diploma), terwijl NHTV genoegen moet nemen met zevenduizend euro. Dat staat in een brief die NHTV al twee jaar geleden aan minister Bussemaker stuurde.
In de tussentijd is er niets veranderd. In september verloor NHTV een rechtszaak waarin het verschil werd aangevochten. Dat NHTV academische opleidingen aanbiedt, betekent volgens de rechter niet dat de hogeschool opeens een soort universiteit is. Universiteiten hebben andere doelstellingen en dus gelden er andere financiële regels.
NHTV is het daar niet mee eens. Voor een academische bacheloropleiding of masteropleiding zouden gewoon in het hele hoger onderwijs dezelfde bedragen gehanteerd moeten worden, nog los van de aanbieder.
Politieke weerklank
Het zou kunnen dat het standpunt van NHTV politieke weerklank vindt. In de lange lijst met vragen over de nieuwe begroting van het ministerie van OCW staat ook een vraag over het onderzoek aan hogescholen: welk deel van het onderzoeksbudget voor het wetenschappelijk onderwijs is beschikbaar voor “voor hogescholen die wo-geaccrediteerde opleidingen verzorgen zoals de Nationale hogeschool voor toerisme en verkeer (NHTV), de Hanzehogeschool en de Hogeschool van Amsterdam?”
Alleen is niet bekend welke fractie die vraag stelde en ook niet wat die ermee wil. De lijst is in principe bedoeld voor feitelijke vragen die Kamerleden moeten helpen om de begroting beter te begrijpen, en niet voor partijpolitiek.