Vandaag vroeg mijn vader tijdens het theeleuten opeens waarom ik aankomende winter ’s avonds alleen door het donker naar Wormer wil fietsen voor een theatervoorstelling. “Waarom ga je niet met het openbaar vervoer?” vraagt hij. “Waarom gaan we niet samen met je moeder? Dan gaan we met de auto!” Als ik even doorvraag, komt de aap uit de mouw. De moord op Lisa uit Abcoude gaat maar niet uit zijn hoofd.
Alles aan de dood van Lisa is tragisch. Ze was jong en in de bloei van haar leven. Ze had net haar middelbareschooldiploma gehaald. Haar potentie is in de kiem gesmoord. Ze was helemaal alleen, op de fiets, bijna thuis, waar ze veilig zou zijn.
Wat opvalt is dat de nationale aandacht voor een femicidezaak vaak pas enorm groot is wanneer een aantal specifieke vakjes kan worden afgevinkt: jong slachtoffer met nog een heel leven voor haar, alleen, van haar fiets gesleurd, door een dader die zij niet kende en die mogelijk een veelpleger is. Al deze omstandigheden corresponderen direct met de standaardideeën die de meeste mensen – en dan vooral de meeste mannen – hebben van geweld tegen vrouwen.
Femicidezaken zouden willekeursdaden zijn, gepleegd door mannen, die makkelijk weg te zetten zijn als kwaadaardige mensen waar zij zich onmogelijk mee kunnen identificeren. Dat de opgepakte verdachte in Lisa’s zaak een asielzoeker is, bevestigt dat idee alleen maar. Het speelt een enorme rol bij de weigering van veel mannen in Nederland om mee te praten over wat zij kunnen doen tegen femicide.
Slechts enkele uren na de ontdekking van Lisa’s lichaam ontstonden er in het hele land al gesprekken en discussies over verbetering van de veiligheid van vrouwen die in direct verband staan met de heersende stereotyperingen. Met een duidelijke tweedeling tussen enerzijds de conservatievere oplossingen dat vrouwen beter moeten opletten als ze ’s avonds laat uitgaan en nooit alleen naar huis moeten fietsen, en anderzijds de progressievere oplossing dat mannen simpelweg met hun poten van vrouwen af moeten blijven.
We zullen pas weer vereniging van die kampen merken wanneer de schuld van de dader is bewezen en hij veroordeeld kan worden. We zullen dan nogmaals de discussie of we niet zwaardere straffen moeten opleggen voor geweldsmisdaden/gruweldaden van het soort dat tegen Lisa en talloze andere vrouwen wordt gepleegd. Of dat we de doodstraf maar weer eens moeten invoeren.
Lossen we daar het probleem van femicide mee op? Nee.
De recente aandacht die het onderwerp femicide heeft gekregen dankzij boegbeelden als Tessel ten Zweege, Saskia Belleman en de Dolle Mina’s probeert onze samenleving juist bij te brengen dat femicide veel verschillende gezichten heeft.
Femicide discrimineert niet op leeftijd. Haar slachtoffers zijn van alle leeftijden. De daders van femicide zijn meestal doodnormale en op het eerste oog onopvallende participerende burgers, die werken, vrienden en familie hebben, en naar de stembus gaan. De meeste daders van femicide zijn bekenden van het slachtoffer.
We mogen het verhaal van Lisa absoluut niet vergeten. Tegelijkertijd moeten we ons land ervan bewust blijven maken hoeveel verschillende verhalen er zijn.
Jasmijn Groot is VU-alumna, genderhistorica en oprichtster van Historical Women Project.