De VU en de faculteiten moeten systematischer kijken naar vrouwelijk talent. Dat betoogt chief diversity officer Karen van Oudenhoven-van der Zee in een blog op het intranet van de VU.
‘Zowel waar het gaat om zittend talent als om talent van buiten, opereren we nog te vaak in inner circles. Dat is slecht voor een universiteit met een internationale ambitie, en slecht voor de vrouwenzaak’, schrijft ze.
Van Oudenhoven-van der Zee stelt Duitse universiteiten als voorbeeld voor Nederland. Daar zoeken sommige instellingen voor hoogleraarsbenoemingen de hele wereld af op het betreffende vakgebied, zodat er genoeg vrouwen op de kandidatenlijst staan.
Strategische vrouwen
Op de VU ziet ze bijvoorbeeld heil in een talentscan op de faculteiten waarmee elke afdeling iedere twee jaar de prestaties en het kunnen van de (vrouwelijke) medewerkers legt naast de strategische ambities van de afdeling.
‘Om met Sibrand Poppema, cvb-voorzitter van de Rijksuniversiteit Groningen, te spreken: Zolang de helft van de bevolking uit vrouwen bestaat en we die helft niet terugzien in de top van de wetenschap, laten we talent liggen. Dat is doodzonde.’