Biofysicus Erwin Peterman was eind jaren negentig postdoc bij de Amerikaanse William Moerner, die vandaag samen met zijn landgenoot Eric Betzig en de Duitser Stefan Hell de Nobelprijs voor scheikunde heeft gekregen.
Moerner ontwikkelde met Betzig een techniek om onder een supermicroscoop individuele moleculen op te lichten. Hell had al eerder een manier gevonden om deeltjes die kleiner zijn dan een halve lichtstraal met behulp van laserstralen onder de microscoop te bestuderen.
Cruciaal belang
“Eerlijk gezegd heb ik er gisteravond aan gedacht, dat Moerner weleens die Nobelprijs zou kunnen krijgen”, zegt Peterman. “Zijn methode is van cruciaal belang, ook voor de microscopie in het algemeen. Double U E, zoals wij hem moesten noemen, is de grootvader van de single molecule spectroscopy.”
Peterman zegt veel van Moerner te hebben geleerd. Met zijn eigen onderzoeksgroep bouwt Peterman apparaten om bijvoorbeeld de interactie tussen dna en eiwitten te bestuderen.
Niet alleen chemicus
“Op het moment werken we aan een project waarbij heel diep in organismen wordt gekeken. Wij zijn een van de weinigen in de wereld die de transportsystemen in de cellen van wormpjes bestuderen. Dat is mogelijk mede dankzij het werk van Moerner.”
Moerner is een aardige man volgens Peterman, “maar wat ik vooral typisch aan hem vind, is dat hij niet alleen maar chemicus is, maar ook natuurkunde en elektrotechnologie heeft gestudeerd. Door de verwevenheid van die drie gebieden onderscheidt hij zich.”