Vlees eten wordt door moderne mannen niet meer gezien als iets waarmee zij hun mannelijkheid kunnen benadrukken. Dat blijkt uit een onderzoek van het Instituut voor Milieuvraagstukken van de VU.
Echte mannen
Mannelijkheid en vlees eten worden vaak met elkaar in verband gebracht. ‘Echte mannen’ zouden bij uitstek grote vleeseters zijn. Dit traditionele verband blijkt op zijn retour te zijn. Waar traditionele mannen zich op lichaamsomvang en kracht laten voorstaan, zijn modernere mannen meer onder de indruk van snelheid en lichaamsbeheersing. Het eten van grote porties vlees past meer bij het eerste type man dan bij het tweede. Ook heeft het eten van vlees niet meer de bijzondere status die het in het verleden had, mannen kunnen zich er niet mee onderscheiden.
Groot onderzoek
De studie is gebaseerd op een vergelijking van man-vrouwverschillen in de voedselvoorkeuren en -praktijken van een duizendtal jonge volwassenen (18-35 jaar) met een Turks-Nederlandse, Chinees-Nederlandse of autochtoon-Nederlandse achtergrond. Bij de Turkse Nederlanders waren de meest traditionele man-vrouwverschillen te zien en bij de autochtone Nederlanders de minst traditionele; de Chinese Nederlanders namen een flexibele middenpositie in.
Mannelijke voorkeuren
Deze verschillen hingen samen met mannelijke voorkeuren voor grote of kleine porties vlees. En de weigering of juist de bereidheid om minder vlees te consumeren en hierbij rekening te houden met factoren als dierenwelzijn en milieu.
Toch signaleren de onderzoeker ook uitzonderingen op dit patroon, want de traditionele man is zeker niet verdwenen en er is een aparte plaats voor het outdoor-koken.