Het ontrafelen van het biologische mechanisme achter schizofrenie is een stapje dichterbij gekomen. Een gigantische internationale groep onderzoekers, waaronder VU/VUmc-hoogleraar Daniëlle Posthuma, deed een grootschalige studie naar de genen die iets met de ziekte te maken hebben en vond in totaal 108 genvarianten. Het wetenschapstijdschrift Nature publiceerde het artikel vandaag op de website.
Cellulair niveau
Voor hun onderzoek vergeleken de wetenschappers het DNA van bijna 37.000 mensen met schizofrenie met 113.000 mensen zonder de ziekte. Van de 108 genvarianten die ze vonden zijn er 83 nog niet eerder met schizofrenie in verband gebracht.
Volgens Posthuma betekent de studie een enorme vooruitgang voor de kennis over schizofrenie. “Nog maar vijf jaar geleden waren slechts een handjevol genvarianten bekend die te maken hebben met schizofrenie. Tussen de nu bekende genvarianten zien we verbanden die iets zeggen over onderliggende biologische mechanismen waardoor we voor het eerst in staat zijn om schizofrenie op cellulair niveau te begrijpen.”
Immuunsysteem
De meeste gevonden genen zijn vooral van belang voor hoe de hersenen werken, maar sommige spelen een rol in het immuunsysteem. De vondst bevestigt het heersende idee dat schizofrenie een hersenziekte is waar ook het immuunsysteem bij betrokken is. Daarnaast levert de studie nieuw bewijs voor aan schizofrenie gerelateerde genen die al bekend waren, bijvoorbeeld DRD2, een gen dat een rol speelt bij het transport van de signaalstof dopamine in de hersenen.
Hoe beter het biologische mechanisme achter schizofrenie in kaart is gebracht, hoe beter de therapieën voor en medicijnen tegen de ziekte zullen worden, is de gedachte. In Nederland lijden ongeveer 120.000 mensen aan schizofrenie. Ze hebben last van hallucinaties en wanen.