Al een paar weken gaat masterstudent neurowetenschappen Matthijs van der Zee regelmatig een ochtendje met een proefpersoon over het campusplein. Uitgerust met een hartslagmeter, zuurstofmasker en bewegingssensor lopen, fietsen of stofzuigen ze. Zo wil hij het zuurstofverbruik bij ze meten.
Irritant computerspel
De test begint binnen, waar de proefpersoon (vandaag zijn begeleider Nienke Schutte) moet zitten, staan en liggen. “Dit is om eerst het verbruik te meten in basishoudingen”, legt Van der Zee uit. Daarna volgt een computerspel, waarbij het de taak is om zo snel mogelijk een knop in te drukken, die tegengesteld ligt aan de hoek van het scherm waar een kruis verschijnt. Als je te traag reageert, klinkt er een harde piep. “Het is de bedoeling dat je hier een beetje geïrriteerd en gestrest van raakt. Het is expres een irritant geluid. Vaak hoor je de proefpersoon bij de eerste piep ook even vloeken.”
Geen maximaaltest
Daarna gaat het experiment buiten verder. Eerst loopt Schutte rustig, daarna moet ze gaan praten tijdens het lopen. “Een paar jaar terug heb ik deze maskers ook gebruikt bij tweelingen”, vertelt ze. “Die liet ik dan intensief sporten en dat vonden sommigen wel heel zwaar.” Bij de testen van Van der Zee is dit nog niet het geval. “Dit zijn geen maximaaltesten. Maar het komt wel voor dat mensen het benauwd krijgen.”
Dat een deel van de proef buiten plaatsvindt, vinden niet alle proefpersonen even fijn. “Onze meeste proefpersonen zijn eerstejaars en die schamen zich weleens een beetje om hiermee buiten te lopen. We trekken best veel bekijks.”
Het lab stofzuigen
Na een rondje fietsen wordt de proef weer binnen voortgezet. Daar moet Schutte even stofzuigen. “Want we willen ook testen hoe het verbruik is tijdens huishoudelijke bezigheden.” Dan mogen eindelijk het zuurstofmasker en de andere apparatuur af. “Normaal krijgen ze de hartslagmeter en bewegingssensor mee, zodat dat ook thuis gemeten wordt.”
Het experiment van Van der Zee is nog niet afgelopen. Studenten kunnen zich aanmelden via Sona Systems.