Sinds 1973 hebben politieke partijen veiligheid als thema. Volgens promovendus Remco Spithoven maakt de burger zich er niet zo druk over.
“In 1973 werd veiligheid voor het eerst een onderwerp in de Tweede Kamer en daarna bij de Nederlandse verkiezingen. Er waren toen grote aardverschuivingen binnen sociale structuren. Dat ging gepaard met veel protesten en acties. Politicus Willem Drees junior gebruikte dat. Hij zag in de Verenigde Staten hoe de republikeinen veiligheid als politiek onderwerp gebruikten. Dat nam hij over. Sindsdien hebben alle partijen onveiligheidsgevoelens als thema.”
Onveilig op veilige afstand
“Ik onderzocht na mijn interviews via enquêtes het onveiligheidsgevoel in drie plaatsen: Amsterdam, Hilversum en Zaltbommel. Daaruit blijkt dat Nederlanders inderdaad gevoelens van onveiligheid op maatschappelijk niveau hebben. Opvallend is dat de burger erg relaxt over zijn persoonlijke veiligheid is. Juist in Amsterdam, waar bewoners de grootste kans op een misdrijf hebben, maken mensen zich minder zorgen. Ze zijn eraan gewend, ze hebben vermijdingstrategieën en onbewust onderdrukken en rationaliseren zij hun eigen kansen op een misdrijf.
“In Zaltbommel, waar de kans op een misdrijf veel lager is, hebben mensen die strategieën niet. Door het gebrek aan controle hebben ze daar meer zorgen over hun persoonlijke veiligheid.”