Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
21 november 2024

Campus
& Cultuur

‘We zijn aangevallen op de VU’

Twee VU-studenten zeggen dat ze fysiek zijn aangevallen in het hoofdgebouw. Een groep jongeren zou hen niet alleen hebben lastiggevallen maar ook aangevallen. De vermeende daders zouden van buiten de VU komen.

Wanneer eerstejaars Artificial Intelligence-student Faritzky Prabaswara opdaagt om zijn verhaal te vertellen, heeft hij een lichte verkleuring op zijn gezicht. Ogenschijnlijk is dat het gevolg van een gevecht. Hij merkt op dat het vreemd is dat iedereen op de campus z’n gang gaat alsof het een doodgewone dag is. Voor hem is dat niet het geval, want hij zegt dat hij en medestudent Sofie de vorige avond zijn aangevallen, op zondag 29 januari rond 19.30 uur.

Sofie, die anoniem wil blijven en eveneens internationaal student is, zegt dat ze aan het studeren en kletsen waren op de twaalfde verdieping in het hoofdgebouw. Ze legt uit dat een groep van vijf of zes jongens hen treiterde en homofobe opmerkingen maakte.

Op de vuist

Sofie: “We besloten te vertrekken. Maar voordat we de hoek om waren, hoorde ik iemand een anti-Aziatisch scheldwoord gebruiken. Ik merkte dat het dezelfde persoon was die een homofobe grap maakte.” Het scheldwoord zou gericht zijn aan Prabaswara, die Indonesisch is. Hij zei dat het hem niets kon schelen, maar Sofie pikte het niet. “Ik liep direct op hem af en zei iets als: nu is het genoeg. Ik denk dat ik te dicht op hem stond en hij sloeg me in mijn gezicht.”

“Het was geen klap, maar echt een vuist zonder aarzeling en ze knalde tegen de muur”, zegt Prabaswara. “Ik schreeuwde en probeerde tussen ze te komen, maar voordat ik mijn zin af kon maken werd ik vanaf de zijkant aangevallen. De rest begon toen ook op mij in te slaan. Daarna renden ze weg.” De student zegt dat hij veel bloedde en laat de donkerrode vlekken op zijn koptelefoon, jas en shirt zien.

Een student van de Hogeschool van Amsterdam bevestigt hun verhaal in een telefonisch gesprek. Ze beschrijft jongens van zestien of zeventien jaar (“misschien ouder“) die wegrenden toen zij op de commotie afkwam, waarna een bebloede Prabaswara en Sofie met een opgezwollen gezicht verschenen. De HvA-student zegt dat de groep waarschijnlijk in een nabijgelegen lokaal aan het roken was (12A-33 volgens Prabaswara). Naar verluidt rook het lokaal naar wiet en lag er veel troep.

Camerabeelden

Er bevinden zich geen camera’s op de locatie van het incident, maar Prabaswara zegt dat hij enkele jongens kon herkennen in de beelden van de beveiligingscamera’s bij een trappenhuis. Hij zegt dat de VU-beveiliging aangaf dat ze de beelden aan de politie zullen overhandigen wanneer ze dat vraagt. De politie was volgens hem komen kijken en vertelde dat ze aangifte konden doen.

Geen commentaar Een medewerker van de security desk erkent dat hij heeft vernomen dat er op de dag van het incident een gevecht was, maar wil niets kwijt over de details. Het hoofd van de beveiliging Rob Pel wil noch erkennen noch ontkennen dat het incident heeft plaatsgevonden. Ook de politie wil haar aanwezigheid of betrokkenheid niet bevestigen. Een van de studenten zegt al aangifte te hebben gedaan en de ander is van plan om dat spoedig te doen.

Sofie verwacht niet dat er nog iets van zal komen. Ze weet ook niet zeker of ze de meeste daders zou kunnen herkennen. “Het zou fijn zijn als de VU meer camera’s inzette – niet zoveel dat alles gesurveilleerd wordt – zodat dit soort gebeurtenissen makkelijker onderzocht kan worden.”

Prabaswara maakt zich zorgen dat de universiteit de gebeurtenis wellicht niet heel serieus zal nemen: “Ik krijg niet de indruk dat het onderzocht wordt door de instelling of dat er maatregelen komen. Ik spreek deze week weer met de beveiliging.”

Wegens persoonlijke omstandigheden was hij al van plan zich voor de rest van het studiejaar uit te schrijven en hij verwacht zijn studie aan de VU in september voort te zetten. Hij weet niet of hij zich ’s avonds nog veilig zal voelen in het hoofdgebouw. Sofie zegt daarentegen dat ze zich niet per se minder veilig voelt, want ze wist al dat dit soort dingen weleens gebeurt. “Maar ik zou liegen als ik zei dat ik de komende tijd nog op dezelfde verdieping zal studeren.”

De getuige van de HvA zegt ook dat het vaker voorkomt dat er onbeschofte niet-studenten het gebouw binnenkomen. Hoofd beveiliging Rob Pel zegt dat dit inderdaad kan gebeuren, maar dat er actief wordt gesurveilleerd om dit tegen te gaan. Hij vertelt dat het moeilijk is om alle ongewenste gasten tegen te houden omdat het een groot en open gebouw is. Op het moment ziet hij nog geen reden om de veiligheidsmaatregelen aan te passen.

De identiteit van Sofie is bekend bij de redactie