Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
21 november 2024

Campus
& Cultuur

Hans de Zwart en Naomi Appelman van het Racism and Technology Center met in het midden Robin Pocornie

‘VU heeft niet gediscrimineerd met software, wel met afhandeling klacht’

De VU heeft een zwarte student niet gediscrimineerd door de software van Proctorio te gebruiken bij online tentamens, oordeelt het College voor de Rechten van de Mens, maar wel bij de behandeling van haar klacht.

De toenmalige masterstudent bioinformatica had bij een online tentamen tijdens de coronacrisis moeite om antispiekprogramma Proctorio in te komen. Haar gezicht werd niet herkend. Ze vermoedde dat dit door haar donkere huidskleur kwam en diende een klacht in bij de VU. Die ontkende dat dit de oorzaak was. Ook andere studenten hadden weleens inlogproblemen en die hadden niets te maken met hun huidskleur.

Belangrijk moment

Het College voor de Rechten van de Mens, bij wie de student haar zaak aanhangig had gemaakt, deed in december een opvallende tussenuitspraak. Wetenschappelijk onderzoek zou aantonen dat gezichtsdetectiesoftware over het algemeen slechter presteert bij personen met een donkere huidskleur en dat zou tot discriminatie kunnen leiden. Hoewel de VU zich nog moest verweren, noemde voorzitter Jacobine Geel van het College de tussenuitspraak “een belangrijk moment in onze geschiedenis van oordelen”.

Maar in het dinsdag gepubliceerde eindoordeel van het College staat te lezen dat de universiteit niet heeft gediscrimineerd door de antispieksoftware te gebruiken. De VU heeft kunnen aantonen dat de inlogproblemen van de student te wijten waren aan zaken die geen verband hielden met haar huidskleur, zoals een slechte internetverbinding en het dragen van een bril.

Ook hoefde de VU de software niet vooraf te laten onderzoeken op mogelijke discriminatie. Het College heeft er begrip voor dat de universiteit onder druk van de coronacrisis heeft vertrouwd op de informatie van leverancier Proctorio zelf.

Excuses

Wel oordeelt het College dat de VU te lang gewacht heeft met het behandelen van de discriminatieklacht. Dat gebeurde pas na zeven maanden, al ging het daarna wel “relatief voortvarend”. Volgens het college was op dit punt sprake van verboden onderscheid op grond van ras.

De VU heeft excuses aangeboden. “Als inclusieve universiteit waar gelijke behandeling voor alle studenten een fundamenteel vertrekpunt is, rekenen we het onszelf zeer aan dat de student zich onvoldoende gehoord heeft gevoeld in haar ervaring.” Het bestuur gaat de klachtenprocedures tegen het licht houden. Verder wil de VU opnieuw evalueren of het toetsen op afstand wel verantwoord is.