“Diversiteit vormt binnen veel organisaties vooral een treurdossier”, zegt de kersverse chief diversity officer van de VU, Karen van Oudenhoven-van der Zee. “De insteek is vaak: ‘we willen niet discrimineren’ en: ‘we moeten ervoor zorgen dat alle mensen gelijke kansen krijgen’. Dat is natuurlijk een nobel streven, maar daarmee krijg je geen positieve energie op dat dossier.”
Organisaties zouden diversiteit moeten omhelzen, meent Van Oudenhoven-van der Zee, omdat ze er betere organisaties van worden en omdat ze er beter door gaan scoren op internationaal vlak. “Dat zijn uitgangspunten waar diversiteitsbeleid van gaat sprankelen”, zegt de chief diversity officer.
Mensen verleiden
Van Oudenhoven-van der Zee, die in Groningen hoogleraar Organisatiepsychologie was met als specialisatie culturele diversiteit op de werkvloer, en daarna directeur van het instituut voor Integratie en Sociale Weerbaarheid, is sinds april decaan van de faculteit Sociale Wetenschappen, niet de rustigste faculteit aan de De Boelelaan. “Ik heb genoeg te doen”, beaamt ze, “maar mijn uitgangspunt met betrekking tot de diversiteit is dat ik andere mensen prikkel om in beweging te komen. Ik moet zorgen dat mijn collega’s bij bijvoorbeeld human resource management en onderwijsondersteuning in beweging komen. Ik moet mensen verleiden om met diversiteit aan de slag te gaan.”
Ze gaat dus de coördinator diversiteit, Wim Haan, die de afgelopen jaren zo’n beetje mister diversiteit aan de VU was geworden, heel erg nodig hebben, zegt Van Oudenhoven-van der Zee.
Met Haan werd de diversiteit vanuit de ondersteunende diensten aangepakt, aldus Van Oudenhoven-van der Zee. “Hij gaf diversiteit vanuit de onderwijsondersteuning een plaats in de introductiedagen en zorgde samen met de facilitaire campusorganisatie voor bijvoorbeeld de gebedsruimte. Vanuit mijn rol zorg ik ervoor dat diversiteit deel wordt van het beleid van de VU in plaats van, zoals je bij veel organisaties ziet, een klein stukje dat wordt ondergebracht bij human resource management of zoiets. Ik moet ervoor zorgen dat de decanen diversiteit gestalte geven binnen hun eigen faculteit.”
Interculturele competenties
Concreet betekent dat: docenten trainingen geven in ‘interculturele competenties’, de staf diverser maken, maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat VWO-ers ‘op de juiste plaats aan de VU terechtkomen’.
“Je ziet bijvoorbeeld dat jongeren een studie kiezen omdat die in hun familie veel aanzien geniet”, aldus Van Oudenhoven-van der Zee, “terwijl hun interesse naar een heel ander gebied kan uitgaan.” Allerlei ‘pre-university’-activiteiten kunnen toekomstige studenten beter op weg helpen bij het maken van hun studiekeuze, meent ze.
Nog belangrijker vindt ze het samenbrengen van allochtone studenten en hun toekomstige werkgevers, zodat duidelijker wordt wat er van elkaar verwacht wordt. Lezingen van VU-alumni en werkgevers, begeleiding in de laatste fase van de studie, mentoren die studenten helpen bij het solliciteren. “Daar zouden wij als VU uniek in kunnen zijn.”
“De VU is een mooi laboratorium waar iedereen kan oefenen wat het nou is om deel uit te maken van de multiculturele samenleving”, aldus Van Oudenhoven-van der Zee. “Een universiteit waar je ook hebt geleerd op wat voor manier je met elkaar omgaat.”
Dat de VU vooruitstrevend is op dat gebied, is al langere tijd duidelijk. Sommige initiatieven wekken publieke verontwaardiging en Kamervragen, zoals de multiculturele dag die de geneeskundige faculteit had georganiseerd voor vrouwelijke studenten en hun ouders, om te praten over zaken als het onderzoeken van patiënten van de andere sekse.
Oren laten hangen
“Ik zie niet waarom je met studenten die discussie niet zou aangaan”, zegt Van Oudenhoven-van der Zee. “Dat je er in het begin van hun studie rekening mee houdt dat ze nog een drempel over moeten als ze bijvoorbeeld een onderzoek op elkaar moeten oefenen. Ik denk ook niet dat je zou moeten verhinderen dat ze afstuderen als ze bijvoorbeeld van plan zijn hun beroep uit te oefenen in Afghanistan, waar dat niet voor conflicterende situaties zorgt.”
Niet dat een docent meteen maar z’n oren moet laten hangen naar elke student die vindt dat hij een voorkeursbehandeling of een uitzonderingspositie verdient omdat hij iets niet wil. “Maar het mooie van de VU is dat je hier de discussie kunt aangaan. Je zou studenten biomedische wetenschappen, die moeite hebben met het accepteren van de evolutieleer, niet moeten vrijstellen van papers of tentamens daarover, maar een docent zou wel de open-mindedness moeten hebben om het debat aan te gaan.”
Diversiteit in de collegezaal betekent volgens Van Oudenhoven-van der Zee dat je studenten uitdaagt hun talenten uit te buiten. “De laatste jaren is een onderwijscultuur ontstaan waarin het onderwijs steeds meer in hapklare brokken wordt geserveerd, met sheets en oefententamenvragen van tevoren al aangeleverd. Maar dat is niet waar studenten behoefte aan hebben, die moet je meer uitdagen door hun wetenschappelijke vorming te koppelen aan maatschappelijke kwesties. Dan zullen ze ook eerder hun eigen specifieke talenten inzetten.”
Kleuren door internationaliseren
Wat de diversiteit van de staf van de VU betreft, zullen we geduld moeten hebben, aldus Van Oudenhoven-van der Zee.” Het gaat niet lukken om in een paar jaar tijd te zorgen voor een goede afspiegeling van de diverse studentenpopulatie onder de onderzoekers en docenten. We kunnen wel maatregelen nemen: werven via andere kanalen dan via de gebruikelijke netwerken, we moeten proberen meer allochtone studenten te interesseren voor een promotietraject en gebruik maken van het netwerk van het Expertisecentrum Allochtonen Hoger Onderwijs, dat jaarlijks de Echo-awards uitreikt aan talentvolle allochtonen in de wetenschap.”
Sneller zal de staf kleuren door te internationaliseren, meent Van Oudenhoven-van der Zee. “Nog steeds worden vacatures te vaak intern gevuld. Er zou vaker in het buitenland moeten worden gezocht naar nieuwe mensen. En dan bedoel ik niet Duitsland en Engeland, maar bijvoorbeeld ook India, waar in de technische sector veel goede mensen afstuderen.”
Kracht of kwetsbaarheid
Ze wil een klankbord van mensen die haar adviseren en vooral ook tegenspreken, zegt Van Oudenhoven-van der Zee. Ik denk dan bijvoorbeeld aan diversiteitshoogleraar Maurice Crul, aan de winnaar van de Student Talent Prijs maar ook aan mensen van buiten, topmensen in het bedrijfsleven en bestuurders of politici.
Mede omdat het haar eigen expertise is, zegt ze, hebben we het vooral over allochtonen gehad. Maar diversiteit behelst veel meer. “Het gaat ook over het beleid ten aanzien van vrouwen, mensen met een handicap en er is, geloof ik, geen expliciet homobeleid aan de VU. Ook dáár wil ik me in verdiepen, kijken of we dat nodig hebben. Eigenlijk wil ik me bezighouden met elke groep mensen wier kracht of kwetsbaarheid onvoldoende aan bod komt aan de VU.”