Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
27 juli 2024

Campus
& Cultuur

Bètadecaan Karen Maex: ‘We moeten beter communiceren’

Drie weken geleden bleken VU en UvA een convenant te hebben afgesloten over de samenwerking tussen de bètafaculteiten van beide universiteiten. Boze UvA-studenten bezetten daarop het Education Service Centre op het Science Park omdat volgens hen het convenant betekent dat het door hen afgekeurde plan voor een fusie er gewoon toch wordt doorgedrukt, alleen nu onder de noemer ‘cluster’ in plaats van ‘fusie’. Advalvas spreekt met Karen Maex, decaan van de VU- en Uva-bèta’s.

Wat is het wezenlijke verschil tussen het afgekeurde fusieplan en het in het convenant vastgelegde plan?

“Het verschil zit ‘m in de aanpak, waarbij niet bestuurlijke integratie maar onderzoek en onderwijs centraal staan en waarbij we de betrokken mensen van de verschillende deeldomeinen vragen om op papier te zetten wat het voor hen betekent om samen te werken. Een bottom-up aanpak dus, waarbij we per deeldomein de ambities en plannen ophalen. Het is voor mij heel belangrijk dat zowel de onderzoekers als de docenten en de studenten meer betrokken worden om goede voorstellen te krijgen.”

De weg er naartoe, dat is het verschil? Maar het beoogde resultaat is hetzelfde als bij het fusieplan?

“Er is een heel groot verschil. Bij fusie staat bestuurlijke integratie voorop. In de benadering van het beta-cluster gaat het vooral om intensieve krachtenbundeling. Er worden namelijk ook samenwerksverbanden opgezet met externe partners. Om tot die samenwerkingen te komen is het cruciaal om als VU en UvA samen op te trekken. Dat was bijvoorbeeld nodig voor de samenwerking met ARCNL. U verwijst naar het convenant, dat moest er komen om aan onze beoogde samenwerkingspartner SRON Netherlands Institute for Space Research duidelijk te maken dat we als UvA en VU echt samenwerken en de eerder gemaakte afspraken te bevestigen. Het plan in dat convenant is richtinggevend en kaderstellend. maar voor elke verhuisbeweging komt er een apart dossier dat naar de medezeggenschap gaat.”

Dus wat in het convenant staat, daar valt nog over te praten?

“Dat heb je met kaders. De grote lijnen zijn uitgezet maar er is nog een hele ruimte. Hoe die kaders gaan worden ingevuld, dat vergt nog een heel proces. En kijk ook wat er letterlijk in het convenant staat in artikel 2.2: Dit geeft aan dat inzichten kunnen veranderen.”

Het staat dus nog niet vast dat Life and Sciences en Informatica naar de VU-campus gaan, zoals in het convenant staat?

“Voor de daadwerkelijke verhuizingen is nog een adviesproces en dat moet nog beginnen.”

Het staat dus nog niet vast?

“Zoals ik al zei, de richting is aangegeven maar voor de verhuizingen zal het adviesproces via de medezeggenschap lopen. Maar de indeling in verschillende domeinen is dezelfde als die in het plan voor de AFS. Daar was toen met de betrokken onderzoekers al overeenstemming over bereikt. We zijn nu geen totaalplan aan het maken. En er zijn ook geen harde grenzen aangegeven. Opleidingen lopen vaak over verschillende deeldomeinen. Dat is nu ook al zo en dat versterkt het interdisciplinaire karakter van de opleiding. We gaan na wat in de verschillende domeinen de ambities en plannen van de betrokken hoogleraren, onderzoekers en docenten zijn. Zij kunnen voorstellen doen. Ik vraag aan hen hoe zij het voor zich zien. Zij moeten heel breed de gemeenschap consulteren, dus ook de studenten betrekken. We hebben de facultaire studentenraden om namen van studenten gevraagd die we kunnen vragen om deel te nemen aan de commissies.”

De UvA-studenten die twee weken geleden het Education Service Centre bezetten, hebben al die stennis dus voor niets gemaakt?

“Met hen heb ik ook uitgebreid gesproken. Het is duidelijk dat we ze willen betrekken bij de planvorming, daar zijn ze bezorgd over en dat begrijp ik. We zijn op zoek naar een manier om aan die zorgen tegemoet te komen. We zoeken nog naar een echte goede manier om met de bredere groep van studenten te communiceren, daarom hebben we nu gesprekken met de studieverenigingen om na te gaan welke informatie ze nodig hebben en hoe zij willen communiceren.”

Maar daar was dus eerst een bezetting voor nodig, om de toezegging te krijgen dat de studenten worden betrokken?

“Nee, die toezegging had ik al gedaan. De vertegenwoordigers van de verschillende deeldomeinen hebben duidelijk een opdracht gekregen om studenten te betrekken. Maar dat vraagt tijd. Als je mensen vraagt zich te organiseren en commissies te vormen en daarvoor mensen te vinden, dat duurt gewoon even.”

Het is natuurlijk schrikken aan de UvA, waar ze het plan voor een fusie hebben tegengehouden, om opeens te worden geconfronteerd met een convenant met bijlagen die bij het vorige plan hoorden, waarin ook nog gewoon sprake is van een Amsterdam Faculteit of Science. Dat is toch onhandig?

“Je kan daar op verschillende manieren naar kijken. Of ze nu beter wel of niet naar de vroegere bijlagen verwijzen. De bijlagen gaan immers veelal over de inhoud en daarover bestond veel minder verschil van mening. De Colleges van Bestuur hebben er daarom voor gekozen niet net te doen of het nu inhoudelijk geheel anders zou moeten.”

U bent het ermee eens dat het onhandig is?

“Bij de fervente tegenstanders van samenwerking kan zoiets verkeerd overkomen. Wat we er misschien weer van kunnen leren, is dat we hierover beter met elkaar moeten communiceren.”

Die commissies, gaan die alleen over de verhuisplannen of ook over het onderzoek en onderwijs? De twee zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden.

“Dat klopt, er is niet een volledige vrijheid blijheid maar er is ademruimte, er kan besloten worden dingen wel of niet te doen, zowel wat huisvesting van medewerkers betreft als wat de organisatie van onderzoek en onderwijs betreft. Eerst moet je vragen wat je wilt doen, dan kun je vaststellen wat daarvoor nodig is en vervolgens moet je zien hoe je dat in de vastgestelde kaders kunt realiseren. De ideeën komen niet van ons, die komen van de werkvloer, van de gemeenschap. Er is veel ambitie, men ziet veel mogelijkheden.”

Waarom horen we de mensen die voor samenwerking zijn eigenlijk niet?

“Omdat we het dan over de inhoud moeten hebben. Wat zijn de effecten van samenwerking op het onderzoek, wat heeft dat weer voor invloed op het onderwijs? Dat moet dan worden duidelijk gemaakt aan de studenten. Dat loopt, maar het is een traag proces. Het is veel makkelijker mensen op de been te brengen die tegen iets zijn dan het is om mensen op de been te brengen die voor iets zijn. Er zijn zorgen, zeker, en ik deel de zorgen van de studenten over de beoogde interdisciplinariteit. Daar praten we dan ook over, hoe we die vorm moeten geven.”

Dat ze niet een half uur hoeven te fietsen voor een college.

“Dat is nog weer wat anders. Hoe het onderwijs gaat worden georganiseerd, daar moeten we ook nog goed over nadenken. Zelf vind ik het belangrijk dat we het palet van opleidingen organiseren rond de klassieke bèta’s, het toegepaste werk en het maatschappelijk georiënteerde werk. In zo’n driehoek kun je dan, bijvoorbeeld, verschillende opleidingen in het domein van Human Life Sciences neerzetten. Dat is erg aantrekkelijk en daarmee zet je ook de stad Amsterdam op de kaart.”

 

Voorzitter College van Bestuur Jaap Winter: ‘Ongelukkig dat AFS in stukken wordt genoemd’

 

“Ik vind het ongelukkig dat de afkorting AFS in de bijlagen van het convenant tussen de VU en de UvA staat, want we hebben afgesproken dat we juist geen Amsterdam Faculty of Science zouden vormen.” Dat zegt Jaap Winter, voorzitter van het College van Bestuur van de VU. 

Als bijlagen bij het convenant zijn dezelfde documenten genomen die werden gebruikt bij het afgekeurde plan voor de fusie tussen de bètafaculteiten van de VU en de UvA, legt Winter uit. “We hebben gewoon de bijlagen genomen die al voorhanden waren en waar precies de verhuisbewegingen tussen het Science Park en de VU-campus in staan. Want er komen UvA-wetenschappers naar het nieuwe O2-gebouw aan de De Boelelaan en er gaan VU-medewerkers naar het Science Park, daar hebben we nooit een misverstand over laten bestaan.”

Stiekem doordrukken

In die bijlagen is echter wel sprake van een Amsterdam Faculty of Science, een fusiefaculteit. Winter vindt dat ongelukkig. “Het is echt niet de bedoeling om er toch stiekem die AFS door te drukken.” 

“We hebben de conclusie getrokken dat we niet een geïntegreerde bètafaculteit maken, maar we hebben ook afgesproken dat we nog steeds graag een sterke bètacluster willen hebben”, aldus Winter.  “Daar moeten we afspraken over maken. Over de verhuisbewegingen, en om ervoor te zorgen dat SRON naar Amsterdam komt. Dat vraagt om een omgeving in het Science Park die heel sterk is voor sterrenkundigen. De complexiteit van al die bewegingen moeten we nu vastleggen, ook al is er geen Amsterdam Faculty of Science, en daarom is dat convenant afgesloten.”  

Onderwijs blijft hetzelfde

Het onderwijs blijft echter waar het nu is, benadrukt de collegevoorzitter. “Dus wie onderwijs kreeg in het Science Park hoeft niet naar de VU-campus voor colleges en andersom. De verhuisbewegingen van de wetenschappers hebben dus geen implicaties voor waar de colleges worden gegeven.” 

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.