Al die broodjes die na vergaderingen worden weggegooid. Zonde! Docent Christine Moser en secretaresse Elles Bandringa bedachten er iets op.
Als je onderzoek doet naar voedselverspilling, zie je het ineens overal. Christine Moser is docent bij beleid, communicatie en organisatie en ze begeleidde de afgelopen maanden twaalf masterstudenten die hun masterthese over dit onderwerp schreven. Ze deden onderzoek in supermarkten en bij proefpersonen in het lab. En ze zagen dat er bij de VU ook nog wel wat te verbeteren valt op het gebied van voedselverspilling.
Er moet toch een manier te verzinnen zijn dat dat eten niet allemaal in de prullebak verdwijnt
Restjes-app
“Hier op de VU wordt heel veel eten weggegooid”, zegt Moser, “broodjes, fruit, nootjes die over zijn van borrels en alles wat overblijft in het restaurant.” Een van de studenten bedacht dat je een app zou kunnen maken waarop VU-medewerkers zouden kunnen aangeven als ze eten over hebben, zodat anderen het kunnen ophalen. “We moeten nog uitzoeken hoe je dat doet zonder dat je gedoe krijgt met voedselwarenwetten enzo, maar er moet toch een manier te verzinnen zijn dat dat eten niet allemaal in de prullebak verdwijnt”, zegt Moser.
Broodzakjes neerleggen
Secretaresse Elles Bandringa bedacht nog iets veel simpelers: leg bij elke bijeenkomst met broodjes broodzakjes neer zodat mensen wat er overblijft kunnen meenemen. Moser en Bandringa gaan het morgen bij een afdelingsvergadering voor het eerst uitproberen. Moser: “We hebben zakjes gemaakt. Die leggen we gewoon zelf neer. We gaan zien of het werkt en mensen de broodjes meenemen.” In de toekomst wil Moser in gesprek met Sodexo hierover, maar ze wil eerst in de praktijk laten zien dat het anders kan.
Supermarkten hebben slimme trucs gevonden zodat ze zelf het eten niet hoeven weg te gooien
Eten terugsturen
Hoe veel eten er precies wordt weggegooid in grote bedrijven en bij supermarkten, is onderdeel van Mosers onderzoek. En dat is nog niet zo gemakkelijk te achterhalen. Supermarkten bijvoorbeeld hebben slimme trucs gevonden zodat ze zelf het eten niet hoeven weg te gooien: ze sturen het teveel vaak terug naar de producent, die het vervolgens weggooit. Moser: “Dan is het natuurlijk gemakkelijk om de lage percentages te halen waar supermarkten zelf mee schermen: 3 à 4 %. Maar de omvang van het probleem is veel groter.”
Twee karren brood
De masterstudenten onderzochten de bereidheid van winkelmanagers om voedselverspilling tegen te gaan. Een conclusie is dat het erg afhangt van de persoon van de manager of hij of zij dit belangrijk vindt, want richtlijnen vanuit het bedrijf zijn er nauwelijks. En omzet draaien komt voor de managers op de eerste plaats. “Sommigen gaven aan dat ze het te veel gedoe vonden om bijvoorbeeld met de voedselbank te werken, anderen deden dit juist wel”, vertelt Moser. Vaak botsen bij managers de persoonlijke waarden met die van het bedrijf. Een manager zei: “Thuis heb ik altijd geleerd om zuinig te zijn met eten en hier gooi ik elke dag twee karren brood weg.”
Andere studenten lieten proefpersonen in het lab een salade maken en wogen wat ze weggooiden. Daaruit bleek dat het hebben van milieubewuste normen geen effect heeft op hoe veel iemand weggooit, maar dat het wel helpt om mensen eerst een filmpje over verspilling te laten zien.