Hoe ben je als fysiotherapeut bij de VU terechtgekomen? “Ik ben op een dag het Sportcentrum binnengelopen om te vragen of ik er spreekuur mocht houden. En toen liep ik meteen de juiste persoon tegen het lijf, de directeur, die het een goed idee vond. Het spreekuur was vanaf het begin een succes, met lange rijen voor de deur. Niet lang daarna ben ik ook gaan behandelen. Nu doen we dat met z’n vieren, voor de VU en voor iedereen. Ik behandel zelf veel kniegewrichten, fascinerend hoor, een heel complex gewricht. Als manueel therapeut richt ik me specifiek op klachten die voortkomen uit de wervelkolom.”
Medewerkers of studenten: wie kloppen het vaakst bij jullie aan? “Dat houden we niet bij, maar we doen pakweg achtduizend behandelingen per jaar, waarvan zeker de helft gerelateerd is aan de VU. Als ik eens door mijn agenda blader. Even zien: vandaag een student, gister een student, en nog een…”
Fysiofysiek
Fysiofysiek verzorgt fysiotherapeutische behandelingen voor studenten en medewerkers. De praktijk heeft vier vestigingen, waaronder de twee locaties van Sportcentrum VU. Er werken vier fysiotherapeuten, onder wie oprichter Sido Vleer. Fysiofysiek biedt onder meer manuele therapie, revalidatie na een operatie en dry needling - een vorm van acupunctuur tegen spierverkramping. Het inloopspreekuur is gratis, de behandeling niet. Meer info: fysiofysiek.nl.
Klinkt alsof jullie meer studenten dan medewerkers zien. “Ik denk het wel, ik schat dat de verhouding 60-40 is. De klachten van studenten zijn divers. Sommigen komen met sportblessures, overgehouden van een evenement als de marathon. Anderen hebben last van hun nek, schouder of rug, wat samen kan hangen met telefoongebruik. Ik zie het ook bij mijn eigen kinderen: onderuitgezakt op de bank, telefoon ter hoogte van de navel en de nek naar beneden gebogen.”
En medewerkers, met welke klachten komen die? “Soms met huis-tuin-en- keukenklachten, na bijvoorbeeld een val van de trap tijdens het ramen lappen. Maar meestal met arbeidsgerelateerde pijn, vaak als gevolg van steeds dezelfde handelingen, zoals het invoeren van onderzoeksdata. Wat we vroeger RSI noemden en nu KANS [klachten aan de arm, nek en/of schouder, red.]. Al is er qua ergonomie veel verbeterd. Denk aan tafels die omhoog en omlaag kunnen, zodat je af en toe kunt gaan staan. Dat scheelt.”
Merk je dat stress vaak een rol speelt?
“Ik hoor met enige regelmaat dat de werkdruk hoog is. Promovendi hebben er veel last van, wat ik ook van dichtbij heb gezien: mijn vrouw is gepromoveerd. Een proefschrift schrijven is echt uitputtend.”
Jullie krijgen honderden medewerkers en studenten per jaar. Waarin verschillen die van andere cliënten?
“Leuk aan studenten en medewerkers is dat ze kritisch zijn. Ze willen precies weten wat er aan de hand is, wat de behandeling inhoudt. In een praktijk in Bussum, waar ik ook werk, krijg je minder van dat soort vragen. Tegelijk merk ik dat veel studenten en medewerkers zodanig in hun hoofd zitten dat ze minder voeling hebben met hun lichaam. En dat sommige medewerkers moeite hebben met bepaalde oefeningen.”
Fysiotherapeuten helpen ook met het revalideren na een operatie. Zoals?
“Een hoogleraar die met zijn fiets in het tramspoor raakt en zijn pols breekt. Een student die van een hoogslaper dondert. Een portier die tijdens het skiën zijn kruisband scheurt. Na de wintersport, in maart en april, zien we elk jaar een piek. Voor de revalidatie mogen we gebruikmaken van de trainingsfaciliteiten van het Sportcentrum. Dat is uniek. Ik ken fysiotherapeuten die het moeten doen met alleen een loopband en een hometrainer.”
Wat geeft je voldoening in je werk?
“Als ik mensen van hun klachten af kan helpen. Ouderen die al jaren in de medische molen zitten vanwege onbegrepen knieklachten. Of studenten die vanwege lage rugpijn niet meer kunnen roeien, terwijl dat sociaal heel belangrijk voor ze is. Daar haal ik voldoening uit.”
Welke tips heb je voor studenten en medewerkers? “Denk aan je houding, blijf niet de hele dag achter je bureau zitten en ga twee keer per week sporten. Dat de overheid laatst de studentensport aan banden wilde leggen, echt onbegrijpelijk.”