Zo’n zestig mensen aan gedekte tafels luisteren naar Kristien Hemmerechts. In een lange zwarte jurk draagt zij voor uit eigen werk in Cultuurcentrum Griffioen. Sopraan Sylvie De Pauw en pianist Koenraad Sterckx verzorgen de intermezzo’s, net zoals in hun theatervoorstelling Bakje Troost. Ze vertolken werk van Schubert tot Joni Mitchell.
De eerste teksten voor het hoofdgerecht zijn niet-autobiografisch. De latere teksten zijn dat wel. “Maar jullie mogen dat voor mijn part ook omdraaien”, zegt Hemmerechts in haar toelichting vooraf. Laat de verbeelding maar spreken. Daarvoor heeft de VU haar tenslotte ook een jaar ingehuurd. Dat viel overigens niet mee. Haar queeste naar verbeelding stuitte vaak op praktische bezwaren zoals vergaderingen, colleges, bezuinigingen en de reorganisatie. De VU had overduidelijk iets anders aan haar hoofd.
Reizen naar mannen
In haar laatste poging vertelt ze over een jonge vrouw die met veel mannen naar bed ging. “Het begon allemaal toen ze als zeventienjarige in de universiteitsbibliotheek studeerde. Een meneer (met horloge om) vroeg haar hoe laat het was. En of ze zin had om ergens koffie te drinken. Ze ging met hem mee. Eenmaal in zijn kamer begon hij haar van top tot teen te kussen volgens een ingestudeerd plan.” Haar beschrijving gaat door tot en met de ontmaagding. Er volgden talloze mannen, maar nooit volgde een derde keer. En dankbaar dat die mannen waren! Dit ging zo door totdat de tijd genadeloos haar verval aankondigt en een eind maakte aan de vele, vele reizen naar al die mannen.
Miezerig lot
Het gaat niet alleen over seks, ze vertelt ook over een drol en hoe heerlijk die wel niet geurt. En nu serieuzer, over hoe we allemaal ooit zijn begonnen: vol verwachting, hoop en gloed. Als Gods kinderen die na verloop van tijd eindigen met hun miezerige lot dat al hun dromen wegvaagt. “Zie dat maar te aanvaarden.”
Voordrachtkunstenaar Hemmerechts laat haar woorden fonkelen. Ze komen tot leven voor het publiek.
Vrije Schrijver
Met een grote bos bloemen reist Hemmerechts maandagavond terug naar Antwerpen. Ze maakt plaats voor haar opvolger P.F. Thomése, Vrije Schrijver. Daarmee bevrijdt de VU zich van termen als schrijver op locatie en erger nog VUsionair.