Meer dan 1,7 miljoen euro is toegekend aan een Keniaans project dat het VU Centre for International Cooperation (CIS) coördineert. Wetenschappers van de VU gaan onder meer bijdragen aan een betere spreiding van landbouwbedrijven in West-Kenia.
“De agrarische sector in Kenia wordt op beleidsniveau gedecentraliseerd”, vertelt projectdirecteur Jacqueline Broerse, hoofd van het Athena Instituut en hoogleraar innovatie en communicatie. “Hoe kunnen de lokale overheden agrarische bedrijven vooruit helpen door de bedrijven eromheen, bijvoorbeeld voor voedselverwerking of verpakkingsmaterialen, gunstiger te vestigen in de regio, zodat ze elkaar meer versterken?”
“Is het bijvoorbeeld haalbaar om een toeleveringsbedrijf dichterbij te halen?” illustreert projectleider Denyse Snelder van CIS. “Kan dat wat betreft wegennet, is het economisch rendabel? En waar zouden dergelijke bedrijven zich het best kunnen vestigen? De nabijheid van agrarische verwerkingsbedrijven is handig voor boeren, maar het moet niet ten koste gaan van het land waarop ze hun groenten verbouwen of hun vee laten grazen. Er moeten dus belangrijke afwegingen worden gemaakt met verschillende belangengroepen.”
Kenianen aan de VU
Een belangrijk onderdeel van het project zijn twee Keniaanse promovendi. Zij onderzoeken de ruimtelijke planning van bedrijven in de voedselproductieketen en de interactie tussen alle belanghebbenden, waaronder ook boeren en consumenten. Op de VU volgen ze cursussen en krijgen begeleiding bij hun onderzoeksopzet en de analyse van de resultaten.
De VU doet met een hele groep mensen mee aan het project. Zo heeft het Athena Instituut van de faculteit Aard- en Levenswetenschappen veel ervaring met onderzoek doen samen met alle betrokkenen, en hoe dat onderzoek ten goede komt aan de maatschappij. Het Spinlab van de economische faculteit draagt bij op het gebied van ruimtelijke ordening. En het nieuwe Amsterdam Centre for World Food Studies, waar Athena, SpinLab en CIS ook samen in zitten, levert multidisciplinaire kennis over voedselvoorziening.
Voedselonderwijs
Maar dat is nog niet alles. De miljoenensubsidie, die komt van internationaliseringsorganisatie EP-Nuffic, is vooral bedoeld voor projecten die universiteiten in ontwikkelingslanden ondersteunen. De VU gaat daarom ook met een aantal partners de regionale Maseno University helpen om hun onderwijscurriculum te vernieuwen, zodat het beter aansluit op de arbeidsmarkt en de vragen uit de maatschappij over landbouw en voedsel. Ook een beter getrainde wetenschappelijke staf is een doel van het project.
“Wij hebben een voorsprong op de universiteiten daar”, antwoordt Broerse op de vraag waarom de VU in Kenia zit. “Niet alleen technologisch, maar ook qua methodes van onderzoek. We hebben bijvoorbeeld veel meer ervaring met het betrekken van stakeholders bij onderzoek. In Kenia is het onderzoek vaak nog traditioneel monodisciplinair, met als doel om kennis te vergaren. Onze meerwaarde is dat we weten hoe je kennis ook kunt inzetten voor de maatschappij.”