Je moet ergens beginnen, vindt de LSVb. Bij de start van het nieuwe studiejaar verspreidt de studentenvakbond tien tips voor docenten om een “inclusieve sfeer in het klaslokaal” te bevorderen.
Het is makkelijk om te zeggen dat iedereen welkom is in je lessen, of dat iedereen zich veilig moet voelen. Maar hoe kunnen docenten daar in de praktijk voor zorgen?
Laat studenten weten welke faciliteiten er zijn, is een van de tips. Denk aan meldpunten, vertrouwenspersonen en ondersteuning. Check ook of je lokaal toegankelijk is voor studenten met een functiebeperking.
Hij/zij/hen
Andere tips gaan over identiteit. Laat studenten weten of je hij, zij of hen wilt worden genoemd, of misschien nog iets anders. En vraag ook naar de voornaamwoorden van je studenten.
Hoe belangrijk is het om je eigen voornaamwoorden te delen, als daar weinig bijzonders mee aan de hand is? “Het kan ruimte creëren voor een ander om ze ook te delen”, zegt voorzitter Joram van Velzen. “Ik heb er geen problemen mee, ik heb mijn voornaamwoorden bijvoorbeeld ook in mijn e-mailhandtekening staan.”
De vakbond vraagt verder om zorgvuldig taalgebruik. Zeg bijvoorbeeld ‘Hallo allemaal’ in plaats van ‘Dames en heren’. Zeg ook liever ‘Zij valt op vrouwen’ in plaats van ‘Zij is lesbisch’.
Gesprek
Voor sommigen zijn het open deuren, anderen zullen misschien de noodzaak niet zien. Doen tien bondige tips wel recht aan een groot onderwerp als inclusie? “Niet iedereen begint op hetzelfde startpunt”, zegt Van Velzen. “We hopen dat dit een gesprek kan openen.”