Om zorgen over de aantasting van de academische vrijheid weg te nemen kunnen hogescholen en universiteiten zich maar beter loskoppelen van de Chinese Confucius Instituten, meent minister Van Engelshoven.
Dat schrijft ze in antwoord op Kamervragen van het CDA. Met dat advies gaat ze net iets verder dan in eerdere brieven over ditzelfde onderwerp.
Het CDA stelde de vragen na berichtgeving van het platform voor onderzoeksjournalistiek Follow the Money, dat schreef over de financiële belangen en de inperking van de academische vrijheid bij samenwerking met China.
Clingendael
De Confucius Instituten stimuleren onderwijs in de taal en cultuur van China. Er zijn momenteel twee instituten, gelieerd aan de Rijksuniversiteit Groningen en Zuyd Hogeschool in Maastricht. In Leiden heeft de universiteit de samenwerking met het instituut in 2019 beëindigd. Vorig jaar schreef het Clingendael Instituut een scherp rapport over de beïnvloeding van het hoger onderwijs door China.
Onder meer studenten uit Hongkong, waar China de vrijheid en democratie steeds verder inperkt en politieke tegenstanders gevangenzet, maken zich zorgen. In Groningen hebben ze een petitie gelanceerd tegen het Confucius Instituut. Dit jaar kwam bovendien een merkwaardig contract in het nieuws, waarin stond dat een Groningse hoogleraar Chinese taal en cultuur het imago van China niet mocht schaden.
Leger
Maar andere vormen van academische samenwerking kunnen ook problemen opleveren. Zo schrok de politiek van het bericht dat de TU Delft het Chinese leger vooruithelpt via verbanden met Chinese universiteiten.
Eerder hield Van Engelshoven zich meer op de vlakte. Ze ging met de instellingen in gesprek over de Confucius Instituten en daarbij zou de optie van ontkoppeling “nadrukkelijk” op tafel liggen. Nu zet ze er net iets meer gewicht achter en geeft ze ronduit het advies om de contracten niet te verlengen.
Bewustzijn
Misschien heeft ze inmiddels minder vertrouwen dat de instellingen zelf wel de goede afwegingen maken. In een eerste ronde van gesprekken met universiteiten en onderzoeksinstituten zag ze een “wisselend bewustzijnsniveau ten aanzien van kennisveiligheid”.
Zuyd Hogeschool heeft zijn aarzelingen erover. De hogeschool doet immers geen wetenschappelijk onderzoek naar China. “Je kunt van alles vinden van China, maar als je in Nederland mensen opleidt in de Chinese taal en cultuur, kun je niet anders dan ze kennis te laten maken met het China van nu, met alle voors en tegens”, zei de toenmalige CvB-voorzitter tegen FTM. Bovendien levert de samenwerking “een stukje financiering” op.