‘Werkte ik fulltime aan de universiteit, ik zou er gek van worden’, schrijft Maarten Doorman in zijn essay Het stalvoer der professoren. Dat is een van de 27 stukjes in zijn recent verschenen bundel Dichtbij en ver weg.
Die ‘opstellen’, zoals hij het zelf noemt, zijn de afgelopen tien jaar voor het merendeel in verschillende media gepubliceerd.
Gelukkig voor hemzelf werkt Doorman niet fulltime aan een universiteit. Hij is meer een soort handelsreiziger in literatuur en filosofie. Momenteel is hij in deeltijd bijzonder hoogleraar Duitse cultuurgeschiedenis aan de VU. Hier was hij eerder al bijzonder hoogleraar literatuurkritiek. Daarnaast doceert hij cultuurfilosofie in Maastricht. Hij schrijft voor verschillende kranten en treedt regelmatig op in literaire radio- en tv-programma’s en heeft een handvol boeken en dichtbundels op zijn naam staan.
Verschraling geesteswetenschappen
Eén ding is duidelijk: Doorman kan niet zonder boeken. Dat verklaart deels zijn afkeer van het universitaire leven. ‘Het schrijven van een leesbaar en origineel boek – zo’n beetje het beste wat je van een geesteswetenschapper mag verwachten – wordt door de grootste subsidieverstrekker, de Nederlandse Organisatie van Wetenschappelijk Onderzoek ontmoedigd. Er bestaat sinds lang geen subsidie meer voor het schrijven van zulke boeken’, aldus Doorman.
Dat leidt volgens hem tot een verschraling van de geesteswetenschappen. ‘Hele faculteiten zijn in de greep van een onderzoeksbureaucratie die geen enkel belang meer hecht aan ideeën en volledig gericht is op subsidieaanvragen, onderzoeksbeoordelingen, tijdschriftrankings, visitaties en citeringsindexen.’
Doorman heeft een andere missie: een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het publieke debat over rechtvaardigheid, gelijkheid, identiteit, betekenis, de toekomst van de wereld, vreemdelingen.
Bloot en naakt
Deels doet hij dat in deze bundel. Het zijn korte, columnachtige stukjes die over van alles en nog wat gaan. Bijvoorbeeld over het verschil tussen bloot en naakt zijn. Je bent tenslotte niet voor niets filosoof en dichter. Maar bijvoorbeeld ook over actuele kwesties als de opkomst van het internet, het gevaar van ideologieën en de multiculturele samenleving.
Al de stukjes zijn opgehangen aan boeken, schrijvers, filosofen en beeldend kunstenaars. En daar zit een beetje de makke van dit boek. In het opstel Ga toch scheep, filosofen!, zeven pagina’s lang, tel ik de namen van 25 schrijvers. En dat vind ik een beetje veel. Ja, Maarten, je hebt veel boeken gelezen hoor! Het werd bijna een spelletje voor me. Wanneer valt de naam Arthur Schopenhauer weer? De Duitse filosoof, die een groot voorbeeld voor Doorman is en op wiens werk hij is gepromoveerd.
Maar als je de verschillende opstellen gedoseerd tot je neemt, zeg één per week, kom je veel inspirerende pareltjes tegen. Het is altijd lastig een rode draad te vinden in een bundel met zo veel verschillende onderwerpen. Wellicht heeft Doorman die rode draad zelf gegeven. ‘Geschiedenis laat zien waar we vandaan komen en wie we zijn, en hoe eenvoudig het ook anders had kunnen zijn.’
Maarten Doorman: Dichtbij en ver weg; opstellen over kunst, filosofie en literatuur. Uitgeverij Prometheus, 240 blz. € 19,99