Intelligent hoeven leiders er niet uit te zien, als ze maar gezond ogen. Dat ontdekten Brian Spisak en Nancy Blaker, twee organisatiepsychologen aan de VU, en twee Britse collega’s. Gisteren verscheen hun artikel online in het wetenschappelijke tijdschrift Frontiers in Human Neuroscience.
Bijna 150 proefpersonen moesten van twee gezichten die ze naast elkaar op een scherm zagen, zeggen welke persoon ze meer geschikt achten voor de functie van directeur van een fictief bedrijf. Ze hadden van tevoren de vacaturetekst voor de directeur gelezen.
Brede kaaklijn
De gezichten waren zo gemanipuleerd dat ze er meer of minder intelligent uitzagen en meer of minder gezond. De intelligentie die een gezicht uitstraalde, was lager als de kaaklijn en het gezicht breder waren en de wenkbrauwen dikker. En zag er gezonder uit als het een wat meer oranje kleurtje had.
Dat kleurtje bleek goed van pas te komen. De uitkomst van het experiment was dat de gezondere gezichten significant vaker werden uitgekozen om directeur te worden dan de intelligente.
Zowel gezondheid als intelligentie zijn maten voor hoe aantrekkelijk we iemand vinden. Daarvan was al bekend dat het beïnvloedt of iemand ons een goede of minder goede leider lijkt. Een gezond voorkomen blijkt nu dus meer invloed te hebben op hoe aantrekkelijk we iemand vinden dan zijn of haar intelligente blik.
Groente en fruit eten
“De moraal van het verhaal is dat je meer fruit en groenten moet eten”, licht Brian Spisak toe. “De kleur die we de gezichten gaven is een specifieke kleur die je krijgt als je caroteen nuttigt. Dat zit in fruit en groenten. Een kunstmatig kleurtje van de hoogtezon heeft niet hetzelfde effect, weten we uit eerder onderzoek.”
Overigens wil de onderzoeker geen conclusies verbinden aan de bijvondst dat mannelijkere -brede kaak en wenkbrauwen- gezichten als minder intelligent werden getypeerd. “We hebben de gezichten uit een database gehaald en de vijf meest intelligente en vijf minst intelligente samengevoegd tot meer en minder intelligente gezichten. Dat de minst intelligente ook mannelijker oogden, was niet de focus van ons onderzoek.”