Op de Chinese campus van New York University heerst academische vrijheid, zegt een Nederlandse wetenschapper die er lesgeeft. “Maar die krijg je niet vanzelf, daar moet je wel voor zorgen.”
“Ik zeg niet dat het allemaal reuze meevalt met die mensenrechtenschendingen in China”, begint assistent professor Lena Scheen. “Of dat het met de vrijheid van meningsuiting perfect is geregeld. Helemaal niet. Maar toch denk ik dat het goed is om als Europese of Amerikaanse universiteit naar China te gaan.”
Scheen doet onderzoek naar de impact van globalisering en urbanisatie in China en geeft sinds de start in 2013 les op de zogeheten ‘branch campus’ New York University Shanghai. De Rijksuniversiteit Groningen wil een vergelijkbare campus openen in de Chinese stad Yantai, maar daar is niet iedereen onverdeeld enthousiast over. Personeelsleden weten niet wat ze moeten denken en in de Tweede Kamer is de SP bezorgd over de academische vrijheid en de mensenrechten in het land.
Hypocrisie
“Bij dit soort discussies lopen veel zaken door elkaar”, zegt Scheen. “Mensenrechten is een breed begrip. Als je het daar over gaat hebben, loop je heel snel het gevaar van hypocrisie. Overal worden mensenrechten geschonden, helaas. Ook in Nederland. Critici doen alsof je automatisch goedkeuring geeft aan mensenrechtenschendingen als je hier een campus opent. Daar geloof ik niet in.”
Maar academische vrijheid is wel een voorwaarde voor goed onderwijs en onderzoek. “Je kunt overal compromissen over sluiten, maar niet over academische vrijheid”, benadrukt Scheen. “Ik werk hier nu meer dan twee jaar en ik merk dat academische vrijheid mogelijk is. Op dit moment is die, in ieder geval voor ons, op de campus, gewaarborgd.”
Maar zodra studenten en medewerkers de campus verlaten, zijn ze weer in China. Dat voelt soms raar, geeft Scheen toe. “Je kunt als universiteit niet zeggen: wij willen dat onze studenten buiten de campus dingen mogen die in China verboden zijn. Posters ophangen van de Occupy-beweging, bijvoorbeeld.”
“In mijn lessen komen aardig wat gevoelige onderwerpen aan bod. De culturele revolutie [die in de jaren zestig en zeventig aan miljoenen mensen het leven kostte, red.] ligt zeker voor de ouders van studenten erg gevoelig. Het interessante is dat studenten hier in een Chinese context moeten verwerken wat ze hebben geleerd. Ze praten er over met ouders en vrienden en dat gebeurt niet als Chinese studenten in de VS studeren. Vaak keren ze zich dan gedesillusioneerd af van Amerika óf ze willen juist niets meer met China te maken hebben.”
Gek gedoogbeleid
Op de campus mag dus alles. NYU Shanghai heeft zelfs eigen servers zodat iedereen op de campus ongecensureerd op Facebook en Google kan. “Dat is een gek gedoogbeleid. Het voelt heel dubbel, want het is toch een privilege ten opzichte van de meeste Chinezen. Maar als ik een advies mocht geven aan Groningen, zou ik die eigen servers zeker eisen.”
De campus is een bubbel, geeft Scheen onmiddellijk toe. “Ik heb me daar wel zorgen over gemaakt. Onze Chinese studenten voelen precies aan wat wel en niet kan: praten over de culturele revolutie kan prima met vrienden en familie. Maar je moet er geen blog over gaan schrijven. En als je er over wil twitteren kan dat beter in het Engels dan in het Chinees. Maar we hebben ook veel buitenlandse studenten van over de hele wereld. Voor hen is dat veel moeilijker. Ik ben wel eens bang geweest dat zij er te naïef in zouden staan, dan dacht ik: moet ik ze er nu aan herinneren dat we in China zijn?”
Niet vanzelf
De Rijksuniversiteit Groningen moet zeker niet te licht denken over de academische vrijheid in China, benadrukt Scheen. “Die krijg je niet vanzelf, daar moet je wel voor zorgen. Maar je kunt globalisering en internationalisering niet tegenhouden. De drie grote problemen van deze tijd, de economische crisis, klimaatverandering en migratie, zijn allemaal transnationaal.”
Die zijn alleen op te lossen door een generatie op te leiden die verschillende culturele achtergronden kent en begrijpt, zegt ze. “Die mensen begrijpen dan ook waarom sommige oplossingen voor klimaatverandering in het huidige Chinese politieke systeem níet gaan werken, en andere misschien wel. We komen nergens als we net doen alsof in China allemaal kwaadwillende mensen zitten die het slechtste voor hebben met hun bevolking.”