Jongeren letten bij hun studiekeuze weinig op de baan die ze er later mee kunnen krijgen. Als ze betere informatie krijgen over hun carrièremogelijkheden houden ze daar meer rekening mee, blijkt uit nieuw onderzoek.
Kies je een studie die je leuk lijkt, waar je goed in bent, of die de beste baankansen biedt? Hoogleraar Didier Fouarge van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht onderzocht de motieven waarmee jongeren een vervolgopleiding kiezen en concludeert dat carrièremogelijkheden op de laatste plaats komen.
Betere keuzes
Een gebrek aan kennis over de baankansen van vervolgstudies kan zorgen voor ‘suboptimale’ keuzes, stelt Fouarge. Onderzoek naar de keuzemotieven van afgestudeerde mbo’ers wees uit dat meer informatie tot betere studiekeuzes leidt: ze vonden dan vaker werk op eigen niveau, waren tevredener over hun baan en hadden minder vaak spijt van hun studiekeuze.
In zijn inaugurele rede die hij donderdag uitsprak, beveelt Fouarge beleidsmakers dan ook aan om scholieren beter te informeren over de arbeidsmarkt en baankansen van een studie. Volgens hem hebben docenten daar de tijd niet voor, en zijn ze daar ook niet voor opgeleid. De overheid zou op dat gebied meer moeten investeren.