Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
16 november 2024

Studentenleven
& Maatschappij

Waarom Klaas Rozemond geen wilsbeschikking heeft

Een wilsbeschikking moet mensen indekken tegen ondraaglijk en uitzichtloos lijden wanneer ze zelf niet meer over euthanasie kunnen beslissen. Maar in de zogeheten koffiezaak ging het volgens jurist en filosoof Klaas Rozemond behoorlijk mis. Hij schreef er een boek over.

In 2016 overleed een 74-jarige gepensioneerde lerares die aan dementie leed. Het was geen natuurlijke dood. De verpleeghuisarts had een slaapmiddel in haar koffie gedaan en haar vervolgens een dodelijk medicijn toegediend via een infuus.

De arts motiveerde haar daad met een wilsbeschikking die de lerares had geschreven toen ze nog in een voorstadium van de ziekte zat. Hierin stond dat ze euthanasie wilde als ze vanwege haar dementie naar een verpleeghuis zou moeten en als ze zelf niet meer zou willen leven (‘als ik daar zelf de tijd rijp voor acht’). De partner en de dochter van de vrouw waren akkoord met de euthanasie, maar die had volgens Rozemond nooit zo mogen plaatsvinden.

De vrouw zat al in het verpleeghuis en toen de arts aan haar vroeg of ze dood wilde, zei ze: “Nu nog niet, het is nog niet zo erg.” “Uit die reactie kun je opmaken dat de vrouw de vraag begrijpt en haar situatie op dat moment kan overzien”, stelt Rozemond. Dat de arts dan toch besluit om alleen op haar schriftelijke wilsverklaring af te gaan en zonder medeweten van de vrouw zelf euthanasie toe te passen, terwijl die wilsverklaring ook nog eens een duidelijk voorbehoud bevatte, vindt Rozemond “verbazingwekkend en verontrustend”. Te meer omdat uit onderzoek van onder meer het Dalt-project blijkt dat dementerende ouderen zich vaak niet ongelukkiger voelen dan gewone Nederlanders.

‘Er was geen sprake van wilsonbekwaamheid’

“In deze zaak is veel misgegaan”, stelt Rozemond, “er was geen sprake van wilsonbekwaamheid, want de vrouw begreep wat haar werd gevraagd en gaf een begrijpelijk antwoord terug. Bovendien had de vrouw in elk geval geïnformeerd moeten worden dat ze een slaapmiddel en een dodelijk middel zou krijgen. Dat staat in alle wetgeving en verdragen die er op dit gebied zijn”, aldus Rozemond.

Andere boeken van Rozemond
Klaas Rozemond is universitair hoofddocent strafrecht aan de VU. Hij schreef eerder het boek Filosofie voor de zwijnen, samen met Jet Nijkamp en Co Woudsma, waarin hij zich afvraagt hoe het is om een tevreden varken te zijn. Ook publiceerde hij Het menselijke kwaad en De laatste filosoof en Het aardse leven, ook met Jet Nijkamp en Co Woudsma.

Het VN-verdrag over de rechten van personen met een handicap geldt sinds 2016 in Nederland. Hierin staat dat mensen met een handicap zelf mogen beslissen over ‘alle aspecten van het leven’. En de Wet zorg en dwang – geldig vanaf begin 2020, maar de inhoud was al jaren eerder bekend – waarin staat dat de patiënt zelf het recht houdt om te beslissen over zijn of haar behandeling, behalve als die dat echt niet meer kan.

Juridisch systeem faalde

Nog een fout: de consulent van het Expertisecentrum Euthanasie die de verpleeghuisarts erbij had gehaald, was geen arts maar verpleegkundige. “Terwijl de richtlijn is dat er een arts met specifieke deskundigheid op dit vlak de wilsbekwaamheid van de patiënt moet beoordelen”, aldus Rozemond.

Maar misschien is nog wel het meest zorgwekkend dat het juridische systeem dat het besluit van de arts achteraf had moeten toetsen, faalde. “Eigenlijk is het Regionaal Tuchtcollege nog het meest correct dat stelt dat de arts de vrouw wel had moeten informeren”, stelt Rozemond. Het Centraal Tuchtcollege neemt dat over en geeft de arts een waarschuwing omdat ze dat niet heeft gedaan.

Mensen moeten besluiten over medische handelingen als ze rustig zijn

Tegelijk dient er ook een strafzaak. De rechtbank oordeelde dat de vrouw in haar wilsbeschikking de regie over haar levenseinde aan de verpleeghuisarts had overgedragen op het moment dat ze in het verpleeghuis kwam. En dat ze volledig wilsonbekwaam was. Maar dat was ze waarschijnlijk dus niet, stelt Rozemond: “Als je de relevante informatie over euthanasie kunt begrijpen en je keuze kenbaar kunt maken, ben je niet volledig wilsonbekwaam.”

Dat de verpleeghuisarts tot haar besluit kwam, was deels een gevolg van de boze buien die de vrouw soms had, ze riep dan dat ze dood wilde. “Moet ik me soms aan de deurpost ophangen?” zou ze hebben geroepen. “Maar de richtlijnen over wilsbekwaamheid van de KNMG stellen dat mensen over medische handelingen moeten besluiten op het moment dat ze rustig zijn. En als deze mevrouw rustig was, gaf ze duidelijk aan dat ze nog niet dood wilde”, zegt Rozemond.

Arts had patiënt moeten informeren

De Hoge Raad oordeelde dat het Centraal Tuchtcollege het schriftelijke verzoek om euthanasie van de vrouw ruimer had moeten uitleggen. Het tuchtcollege moet niet alleen naar de tekst van de schriftelijke wilsverklaring kijken, maar ook naar de achterliggende bedoelingen. Verder gaat de Hoge Raad inhoudelijk niet in op het oordeel van het tuchtcollege, wat de verpleeghuisarts interpreteert als rehabilitatie. “Maar het is zeer de vraag of dat terecht is”, aldus Rozemond, “want wat het tuchtcollege heeft gezegd over dat de arts de patiënt had moeten informeren, blijft gelden.”

“Wat mij het meest verbaast”, zegt hij, “is dat de Hoge Raad de relevante medische richtlijnen, wettelijke regelingen en mensenrechtenverdragen er níét bij pakt. Het VN-verdrag, de KNMG-richtlijn, de Wet zorg en dwang worden door de Hoge Raad niet genoemd.”

‘We weten nu veel beter wat demente patiënten zelf nog kunnen beslissen’

De Hoge Raad gaat nog volledig uit van het perspectief van de arts, haar medisch inzicht werd als leidend beschouwd, terwijl in de geldende wetgeving het perspectief van de patiënt leidend is, ook als die dement is. “We hebben nu veel meer kennis van dementie en weten veel beter wat patiënten zelf nog kunnen beslissen”, stelt Rozemond. “De Hoge Raad zet met zijn uitspraak de klok terug naar 2002 toen de Euthanasiewet in werking trad.”

De verpleeghuisarts schreef een boek over de kwestie. Ze kreeg veel media-aandacht voor haar verhaal en uiteindelijk zelfs een lintje voor haar werk, hoewel de waarschuwing van het Centraal Tuchtcollege van kracht bleef. De kritische geluiden raakten ondergesneeuwd.

Voor hulp bij zelfdoding

Op de vraag of Rozemond zelf een wilsverklaring heeft, antwoordt hij met een hartgrondig nee. “Ik ben niet zo voor euthanasie, zeker niet met een standaardverklaring van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde. Daarmee geef je de verantwoordelijkheid uit handen aan een arts, die uiteindelijk moet beslissen of jij wilsonbekwaam bent en ondraaglijk en uitzichtloos lijdt. Ik ben veel meer voor hulp bij zelfdoding. Dat je zelf bewust het middel inneemt waardoor je zult overlijden. Vroeger had je daar slaapmiddelen voor met daarin barbituraten, die spaarde je een paar maanden op en dan had je helemaal niet zo’n onprettige dood. Tegenwoordig kun je barbituraten via een Chinese website bestellen.”

Rozemond wijst op het bestaan van de Coöperatie de Laatste Wil, die helpt haar leden met informatie over zelfdoding en zet zich ervoor in om hulp bij zelfdoding uit het Wetboek van Strafrecht te krijgen. “Daar ben ik het mee eens. Het is een slechte zaak dat hulp bij zelfdoding strafbaar is.”

zelfgekozen levenseinde

 

 

 

 

 

 

 

Klaas Rozemond, Het zelfgekozen levenseinde, ISVW uitgevers, 220 pagina’s

 

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.