In 2022 begon ik als 49-jarige naast mijn baan aan een rechtenstudie. Niet voor het grote geld – integendeel. Ik wil sociaal advocaat worden. Een onderbetaald beroep waar een schreeuwend tekort aan is, maar waar ik met hart en ziel achter sta. Ik wil het verschil maken voor mensen die zich geen dure advocaat kunnen veroorloven.
Omdat ik al eerder een universitaire studie heb afgerond, betaal ik het instellingstarief. Geen reguliere studiekosten dus, maar een torenhoog bedrag. In 2022 rekende ik alles zorgvuldig door: de kosten van de master aan de VU bedroegen toen 14.320 euro. Pijnlijk, maar te overzien.
Vorige week kreeg ik het nieuwe tarief door. Voor exact dezelfde master moet ik nu ruim 21.000 euro betalen. Nee, daar staat geen nulletje teveel. Dat is een verhoging van meer dan 6.500 euro in één klap – bijna 50 procent!
Ik kan dat simpelweg niet betalen. En ik vraag me af: hoe denkt de Vrije Universiteit dat ik, of wie dan ook, ineens zo’n bedrag uit mijn mouw schudt? Dit is geen collegegeldverhoging van een paar procent. Dit is een financiële mokerslag die studenten compleet overvalt. En het ergste: ik kan niet anders. Zonder master geen stage, zonder stage geen advocaat.
Onderwijs hoort betrouwbaar te zijn. Als ik me verbind aan een meerjarig studiepad, mag ik er dan niet van uitgaan dat de kosten daarvan enigszins voorspelbaar blijven? Huurprijzen mogen ook niet ineens met 50 procent omhoog, en terecht. Waarom mag dat bij onderwijs wel?
Ik sprak vanochtend met mijn studieadviseur. Die was het volledig met me eens. Ik vroeg of het mogelijk is om de master versneld te doen. Haar reactie: “Dat heb ik nog nooit iemand succesvol zien doen.” Toch ga ik het proberen. Ik zie geen andere optie meer. Drie vakken per termijn en hopen dat ik het red.
Dus mocht u volgend jaar een uitgeputte, roodharige vrouw van middelbare leeftijd door de gangen van de VU zien strompelen – dat ben ik. Niet omdat ik het niet aankan, maar omdat de hebzucht van deze universiteit mij geen andere keus laat.