‘Als er geen Nederlands meer wordt aangeboden, zijn we echt de weg kwijt’, zei D66-Kamerlid Paul van Meenen in Het Parool in reactie op het nieuws dat de Nederlandse afstudeerrichting van de bachelor Literatuur en Samenleving (‘Nederlands’, zoals alle media het ten onrechte noemen) stopt. Advalvas vraagt zich af waarom er nu pas ophef is.
Waarom trok u niet al aan de bel toen de afschaffing van deze bachelor in september vorig jaar werd aangekondigd?
“We hebben toen wel Kamervragen gesteld, maar toen was er nog geen aanwijzing dat dit zou gebeuren.”
Die aanwijzing was er toen wel degelijk. En Nederlands was in feite allang opgeheven. Het is de Nederlandse bachelor Literatuur en Samenleving, die is gestopt.
“Nou ja, het gaat me niet om de afschaffing van Nederlands per se, het is een symptoom van iets. Geesteswetenschappen hangen altijd ergens onderaan als de universiteiten het geld verdelen. Daar worden, samen met de medezeggenschap – dus de ondernemingsraden en de studentenraden – beslissingen over genomen en dan blijft er bovenaan nog ergens wat hangen, bij de besturen, en uiteindelijk komen bepaalde studies structureel met tekorten te zitten. Daar moeten de universiteiten zelf andere beslissingen in nemen.”
U vindt niet dat de financiering van universiteiten vanuit Den Haag hier mede debet aan is?
“Nee, dat vind ik niet. In het regeerakkoord is 400 miljoen extra uitgetrokken voor onderzoek en de universiteiten krijgen er de komende jaren meer dan een miljard bij. Ik heb in het verleden van alles gevonden van het onderwijsbeleid, me verzet tegen de prestatieafspraken, maar niemand in Den Haag heeft gezegd dat je Nederlands moet afschaffen. Dat is het besluit van de VU zelf.”
Toch worden de universiteiten gefinancierd op basis van het aantal studenten. Dat is een perverse prikkel uit Den Haag waardoor opleidingen met weinig studenten als onrendabel worden gezien.
“Ik ben het met u eens dat het een perverse prikkel is waardoor universiteiten elkaar als concurrenten zien, zoveel mogelijk studenten proberen binnen te halen, ook uit het buitenland, waardoor allerlei opleidingen Engelstalig worden, maar ik bestrijd dat de politiek universiteiten dwingt om opleidingen met weinig studenten te sluiten.”
Den Haag is wel geobsedeerd door kostenefficïentie en bezuinigingen.
“De universiteiten krijgen een lumpsum die ze helemaal zelf mogen besteden. Als ik bestuurder van de VU was, bespaarde ik kosten door te bezuinigen op het ondersteunende personeel, die waanzinnig grote staf die de universiteiten in dienst houden.”
U weet dat de VU een paar jaar geleden heel veel ondersteunend personeel heeft ontslagen, waardoor het wetenschappelijke personeel nu klaagt over de enorme werkdruk vanwege al de extra taken die hen voorheen uit handen werden genomen door dat ondersteunende personeel?
“Nou ja, ik heb het dan vooral over het ondersteunende personeel in de managementlaag, en neem bijvoorbeeld het vastgoed waar de universiteiten veel geld in steken. Echt, er is geen mooiere boodschap voor de bestuurders dan dat dit allemaal de schuld is van Den Haag. Maar was het maar waar, dan konden we er hier tenminste iets aan doen. Geloof mij, als ik VU-bestuurder was, haalde ik het geld ergens anders vandaan dan bij een opleiding als Nederlands.”
Sta me nog een poging toe: u kent de retoriek ook wel over wetenschap als geldverslindende ‘linkse hobby’, de minachting van geesteswetenschappen als softe wetenschap, het topsectorenbeleid, waarbij vooral onderzoek gefinancierd wordt dat bijdraagt aan innovaties in de landbouw en betere magnetrons.
“Ik weet het, zelf heb ik ook wiskunde gestudeerd, maar ik onderken het belang van de geesteswetenschappen. Ik citeer graag de Leidse hoogleraar Lenstra, die in het VPRO-programma De Hokjesman zei dat valorisatie een vorm van prostitutie is. En de bekostiging op basis van studentenaantallen zou op de schop moeten. De overheid zou met de universiteiten moeten afspreken wat ze gaan doen en wat ze ervoor nodig hebben om het goed te kunnen doen. Maar leidt dat allemaal tot de conclusie dat je dan Nederlands moet afschaffen? Nee. Ik zit nu zeseneenhalf jaar in de Kamer en heb op veel dingen kritiek, maar niet alles is de schuld van Den Haag.”
De overheid zou universiteiten moeten verplichten kleine letteren in stand te houden.
“Dat heb ik gezegd! In het mbo verbiedt de minister ook de afschaffing van bepaalde kleine opleidingen, waarom zou dat met de universiteiten niet werken? Bovendien moeten de universiteiten niet steeds ieder voor zichzelf bezig zijn. Zoek naar vormen van samenwerking om kleine opleidingen levend te houden. Kritiek op het vak Nederlands op de middelbare scholen is trouwens ook gerechtvaardigd.”