Studenten zeggen niet zo gauw dat ze eenzaam zijn. Maar door de coronacrisis is het gevoel van afzondering onder een vergrootglas komen te liggen. De VU moet er daarom werk van maken dat studenten elkaar kunnen ontmoeten, vindt studentenpastor Riekje van Osnabrugge.
Als er één ding is dat wegvalt door het online leven van vandaag de dag is het dat mensen gezien en gehoord worden. Vragen stellen in college gaat onpersoonlijk via de chat, bij de studieverenigingen kun je niet meer even zo op de bank ploffen naast de anderen, en hoe krijg je online spontane ontmoetingen of raak je verzeild in een goed gesprek?
Wie begrijpt mij nou?
“Studenten hebben veel behoefte aan zich uitspreken en gehoord worden over waar ze zich mee bezig houden”, zegt Riekje van Osnabrugge, studentenpastor aan de Vrije Universiteit en programmamaker bij NEWConnective, het platform op de VU voor studenten en zingeving. “Ze vinden het heel vervelend dat ze hun jaargenoten hooguit één keer in de week zien op de campus, als dat al zo is. Zeker eerstejaars en masterstudenten.”
Studenten missen het om anderen te leren kennen, op een losse manier, in het echt. “De piek in eenzaamheid ligt bij 19-jarigen, blijkt uit onderzoek”, vertelt Van Osnabrugge. “Jongeren worstelen altijd al met vragen als: wie begrijpt mij nou, wie ben ik eigenlijk? Maar door corona ligt dat onder een vergrootglas. Vroeger kon je nog de schijn ophouden van sociaal zijn, door in gezelschappen op te gaan, leuke dingen te doen samen. Maar als je de hele dag thuis zit met jezelf, kun je er niet meer voor vluchten.”
Het uithouden met jezelf
NEWConnective organiseerde vorige week een avond over ‘(dis)connectivity’. De twaalf studenten die deelnamen vertelden over hun gevoelens van eenzaamheid, ook al noemden ze het niet zo. Aan eenzaamheid kleeft toch het stigma van zielig zijn. “Op zo’n avond is vooral de herkenning heel fijn. Je bent niet alleen in je eenzaamheid. We probeerden uit te vinden wat het eigenlijk is, hoe het voelt, wat iedereen probeert om eruit te komen. Na een wetenschappelijke inleiding kwam iedereen aan de beurt om z’n verhaal te doen.”
Volgens Van Osnabrugge is het belangrijk dat je het leert uithouden met jezelf, door zelfonderzoek, maar ook door ervaringen van anderen te horen. “Studenten zijn nu bezig hun identiteit te vormen. Daarom is het belangrijk om anderen te ontmoeten. Er moeten creatieve oplossingen komen zodat studenten elkaar echt kunnen spreken. En dan zonder dat ze het gevoel hebben dat het eigenlijk niet mag.”