Het kabinet heeft nog eens 2,5 miljoen euro uitgetrokken voor noodsteun aan studenten die getroffen zijn door de oorlog in Oekraïne. 2,3 miljoen euro wordt door universiteiten en hogescholen verdeeld en de rest door het mbo.
De extra noodsteun is bedoeld voor de bijna 800 studenten die vóór de oorlog al in Nederland studeerden. De mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten hebben nu niet genoeg middelen om hen te helpen.
Niet voldoende
Kort na het uitbreken van de oorlog had minister Dijkgraaf de universiteiten en hogescholen opgeroepen om de huidige groep Oekraïense en (Wit-)Russische studenten op te vangen en te ondersteunen bij acute geldproblemen. Hij stelde toen 1 miljoen euro ter beschikking, maar dat bleek niet voldoende. De extra 2,3 miljoen euro komt er nu bovenop en is “vooralsnog” bedoeld voor de periode maart tot en met mei.
Een woordvoerder van de minister laat weten dat instellingen zelf moeten inschatten hoeveel ondersteuning hun studenten nodig hebben. “Dat kunnen zij natuurlijk het best beoordelen.”
Beschermde status
Verder is besloten dat de groep Oekraïense vluchtelingen (de huidige én de aankomende studenten) een tijdelijke, beschermde verblijfsstatus krijgen. De huidige studenten behouden daarnaast hun studievisum.
Het is nog niet bekend of de studenten straks ook het reguliere collegegeld mogen betalen en in aanmerking komen voor studiefinanciering. Nu zijn ze als niet-Europese studenten het torenhoge instellingscollegegeld verschuldigd.