Erik Scherder, VU-hoogleraar klinische neuropsychologie, sprak gisteren in Den Haag ter ondersteuning van de handtekeningenactie voor een kinderpardon.
De actie is gericht op het voorkomen van uitzetting van 400 gevluchte kinderen die hier al langer dan vijf jaar zijn. “Het is vanuit mijn perspectief als psycholoog volstrekt onverantwoord om deze groep kinderen uit te zetten”, stelt Scherder. “Deze kinderen zijn extra kwetsbaar omdat ze langdurig zijn blootgesteld aan ernstige stress in de asielprocedure. Langdurige stress doet veel met hersenen die nog in ontwikkeling zijn. Het heeft zijn weerslag op die netwerken in de hersenen die zorgen voor mentaal houvast, de mogelijkheid om flexibel te denken en het controleren van impulsen. En met die achtergrond moeten die kinderen zich straks zien te redden in een omgeving waar ze de taal niet spreken, de cultuur niet kennen en waar weinig voor ze is. Dat is vragen om problemen.”
Staatssecretaris helpen
Scherder hoopt dat staatssecretaris Harbers iets zal hebben aan het rapport, dat door hem en 40 andere hoogleraren wordt onderschreven. De Tweede Kamer debatteert morgen over het kinderpardon. “We willen de staatssecretaris helpen met wetenschappelijke argumenten waarom uitzetten geen goed idee is”, vertelt Scherder. De handtekeningenactie, gestart door Tim Hofman, werd ondertekend door meer dan 250.000 mensen.
De groep met uitzetting bedreigde kinderen zou Scherder graag samen met andere wetenschappers en therapeuten langere tijd volgen om te onderzoeken hoe ze het best geholpen kunnen worden. Scherder raakte als expert bij het kinderpardon betrokken tijdens de dreigende uitzetting van Lili en Howick afgelopen herfst.