Jezelf lijdzaam laten onderdrukken is het tegenovergestelde van christelijke deugd, stelde de Amerikaanse Ethicus Reggie Williams in zijn lezing in het Amsterdamse Baptisten Seminarium. Advalvas sprak met hem over geloven en de wet, over racisme en zelfs over Zwarte Piet.
Een goede christen breekt soms de wet, als ik uw lezing zo mag samenvatten.
“Inderdaad. In het verhaal van de Barmhartige Samaritaan ligt een zwaargewonde jood langs de kant van de weg. Twee joden lopen langs zonder iets te doen, omdat ze zich strikt aan hun religieuze wetten houden, die ook de wet is van het land. Het is een Samaritaan, lid van een volk dat door de joden gehaat wordt, die het goede doet. Hij handelt in het belang van die gewonde. Hij brak de wet, maar dat was wat God van hem verlangde. De wet niet breken, dat is wat ik als een zonde beschouw.”
Hier in Nederland zijn het met name de christelijke politieke partijen die een streng beleid ten aanzien van vluchtelingen voorstaan.
“Net als in de VS. Hoe kan het dat iemand, die zegt de leer van Christus te volgen, zich comfortabel voelt als hij anderen zo schaadt? Ik neem aan dat veel christenen in Nederland voor een ruimhartig vluchtelingenbeleid zijn. Het ligt er maar aan welke christelijke traditie je volgt. In de geschiedenis zie je dezelfde tweedeling overal.
Neem de Trans-Atlantische slavenhandel, waarbij christenen theologische argumenten inbrachten om de slavernij te legitimeren. Het probleem is dat hun geloof niet is verbonden met hun contact met andere mensen. Hun geloof is een kwestie van het aanhangen van de juiste doctrines. Dat maakt ze zelfingenomen en brengt hun geloof ook in overeenstemming met de doelen van de natiestaat, die in het geval van de slavernij niks met de christelijke naastenliefde te maken heeft. Hun geloof, de staat, en vaak ook het idee van ras zijn sterk met elkaar verbonden. Nationalisme is het beest dat racisme en religie in zich verenigt. Dus ja, ze zijn religieus, maar hun religie is de natiestaat, al sinds eeuwen. In de VS en in Nazi-Duitsland is het nationalisme de staatsreligie.”
Dat gaat dus tegen de christelijke leer in?
“Het is een christelijke leer, maar het is een ketterse christelijke leer.”
U vindt dat mensen hun christelijke geloof boven de wet moeten stellen. Moslims die dat doen, worden daardoor afgeschilderd als een gevaar.
“Toen hij in Birmingham in de gevangenis zat, schreef Martin Luther King een brief aan acht witte geestelijken, christelijk en joods, die het hem kwalijk namen dat hij de segregatiewet overtrad. Dat is de beroemde Letter From Birmingham Jail. ‘Hoe bepaal je wanneer je welke wetten mag overtreden?’, vroegen die geestelijken hem. King antwoordde dat de proef op de som altijd wordt geleverd in het contact met levende mensen. Ik overtreed wetten die mensenlevens schaden. De wet die we volgen is die van Christus: heb je naaste lief als jezelf. Het is geen abstract ideaal, maar een concrete opdracht die je moet vervullen wanneer je Christus ontmoet in de mensen met wie je dagelijks te maken hebt. Ik kan niet voor mijn broeders en zusters in de islam spreken, maar als christen breek ik wetten die dehumaniseren.”
Helder. Dus als mensen mensonwaardig worden behandeld, moet je het geloof boven de wet stellen.
“Dat is mijn principe. Het principe om me niet te laten leiden door abstracte principes maar door wat mijn naasten nodig hebben. Want mensen die hechten aan principes, blijven weleens hangen in abstracte zaken, voelen zichzelf moreel verheven voordat ze zelfs maar een ander levend mens heeft ontmoet. Het is die ontmoeting met levende mensen van vlees en bloed die dicteert hoe je verondersteld wordt te handelen, niet het principe. Door de situatie waarin we ons bevinden weten we wat we moeten doen, niet door de principes die we onszelf hebben aangeleerd.”
Dat is de moraal van het verhaal dat u vertelde over uw kindertijd, niet waar? U verdedigde zich niet tegen uw belagers omdat u gevangen zat…
“Ik zat gevangen in mijn principes, inderdaad. Ik was de gevangene van een interpretatie van het evangelie die geen rekening hield met het feit dat ik een zwart kind was in een racistische samenleving.”
U maakte aan het eind van uw lezing ook een opmerking over Zwarte Piet. Mensen die daartegen protesteren, wordt door overheid en publiek verweten dat ze een kinderfeest verpesten.
“Ik ken dat, je mag alleen protesteren als het de voorstanders uitkomt. Je moet de verontwaardiging eens horen over de American football-spelers die uit protest knielen als het Amerikaanse volkslied ten gehore wordt gebracht. ‘Het interesseert ons niet dat je protesteert tegen dehumanisering van mensen, wij vinden het niet fijn’. Maar protesten komen nooit gelegen. Als een protest gelegen komt, is het dus geen goed protest. Protest moet verstoren. Het is een interruptie van de onrechtvaardigheid.”
U stond net voor een nagenoeg wit gezelschap. Denkt u dat uw boodschap op vruchtbare aarde valt?
“Daarvoor verwijs ik naar de parabel van de zaaier. De zaaier ging uit om te zaaien en een deel van het zaad viel op harde grond, waar het meteen werd opgepikt door de vogels. Een deel viel tussen het onkruid en werd daar verstikt.Maar een deel viel ook op vruchtbare grond en daar kwam het tot gewas. Ik weet niet waar het zaad vandaag is gevallen. Ik kan alleen maar hopen dat er vruchtbare grond bij zat.”