Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
15 november 2025

Studentenleven
& Maatschappij

‘Als ik porno kijk, denk ik: liever zij dan ik’ 

Geen libido, een jeugdtrauma of gewoon nog niet de juiste bedpartner gevonden: aseksuelen kampen op datingapps, in hun sociale leven én in de gezondheidszorg met schadelijke aannames. Voor Livia en Qevin was het label vooral een opluchting.

Toen geneeskundestudent Livia (21) een jaar of 15 was, deden zij en haar vriendinnen een spelletje ‘wie zou het eerst…’. Bij de vraag wie het eerst zou wachten tot ze getrouwd zijn om seks te hebben, stak een gelovige vriendin haar hand op. “Dat snapte ik eigenlijk wel, terwijl de andere twee vriendinnen zeiden dat ze dat nooit zouden kunnen doen. Ergens dacht ik: dat gevoel komt bij mij later nog wel.”   

Ook de net afgestudeerde Qevin (niet zijn echte naam, 26) ging ervanuit dat hij een laatbloeier was. “Vrienden om mij heen begonnen allemaal dingen te ontdekken en te doen. Ik zat daar tussen en dacht: als jij daar blij van wordt, ga je gang. Ik ging ervanuit: straks ga ik de puberteit door en dan komt het allemaal wel.” Maar de puberteit passeerde, en zijn gevoel veranderde niet. Uiteindelijk vroegen zijn vrienden hem of hij niet gewoon aseksueel was. “Toen klikte het. Ik kende het label wel, maar had het nooit op mezelf geplakt. Ik probeerde de sticker uit – en hij is blijven plakken.”  

Biologische opwinding  

Naar schatting van het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn in Nederland 1,2 procent van de vrouwen boven de 15 aseksueel, en 0,7 procent van de mannen. Volgens de Nederlandse Organisatie Aseksualiteit (NOA) denken veel mensen onterecht dat aseksualiteit gelijkstaat aan het ontbreken van een libido, of celibatair zijn. NOA-voorzitter Amber Witsenburg legt uit dat aseksualiteit een spectrum is. Onder die parapluterm vallen nog grijs-aseksuele mensen, die onder bepaalde omstandigheden of af en toe wel seksuele aantrekkingskracht ervaren, en demiseksuele personen, die een emotionele band nodig hebben voordat seksuele aantrekking kan ontstaan. Witsenburg: “Als je aseksueel bent, ervaar je weinig of geen seksuele aantrekking, maar dat staat los van wat je wel of niet doet op seksueel vlak. Het verschilt per aseksueel persoon of ze wel of geen seks hebben, en wel of niet masturberen. Maar hetzelfde geldt voor niet-aseksuele personen. Eigenlijk zit iedereen op dat spectrum. Alleen is het bij ons vaak wat opvallender, omdat mensen het gek vinden dat je geen seksuele aantrekking ervaart en soms wel seks hebt.”  

Het maakt me niet uit wat er in je broek zit, ik hoef het toch niet te zien 

Qevin bijvoorbeeld, kijkt porno, en masturbeert daarbij. “Ik vind het leuk om te zien en over te fantaseren, zolang ik geen actieve participant in het echte leven hoef te zijn. Ik kijk ernaar, maar denk ook: liever zij dan ik.” Tijdens een practicum werden de hartslagreacties van Livia en haar medestudenten gemeten op afwisselend neutrale en pornografische beelden. “In principe reageerde ik wel op de pornografische beelden, maar een stuk minder dan mijn medestudenten. Dat vond ik grappig om te zien. Maar ook niet gek: ik ben biologisch gezien gewoon in staat tot opwinding.Ik denk dat ik minder reageerde omdat er alleen visuele prikkels waren, die mij gewoon minder doen.”   

Nog niet de juiste penis 

In het sociale leven heeft dat nog weleens op onbegrip gestuit. Nadat het uitging met Livia’s eerste vriendje (“we hadden nooit seks, hij was er oké mee en heel begripvol”), zette ze in haar profiel van een vriendenzoekapp, dat ook een soort verkapte datingapp was, dat ze aseksueel is. “Toen heb ik wel berichten gekregen als: ‘ik kan je fixen’ of ‘je hebt gewoon nog niet de juiste penis gehad’; dat soort dingen. Maar ik heb het nooit als heel naar ervaren, kon er met vrienden wel om lachen.” Inmiddels heeft ze al vier jaar een vriendin, die op het aromantische spectrum zit. “Best grappig toch?” Ze hebben geen seks, beiden hebben daar geen behoefte aan. “Maar áls ik het zou doen, zou ik me er bij haar wel comfortabel bij voelen. Ik ben denk ik ook iets opgeschoven in hoe extreem ik denk dat ik zit op het aseksuele spectrum. Ik heb me denk ik altijd gemeten aan een soort heteronorm van hoeveel seks je zou moeten willen hebben. Voor mannen zit ik misschien op een extremer punt dan voor vrouwen.”   

Qevin heeft ‘aseksueel’ ook uit zijn datingprofiel gehaald. “Ik kreeg de raarste vragen. Op een eerste date vroeg een jongen of ik er oké mee zou zijn als hij, mochten we een relatie krijgen, wel zou blijven masturberen. Op de eerste date!” Hij date verder ‘met alles’. “Als seks niet verbonden is aan de liefde, gaat het echt om de persoon. Het maakt me niet uit wat er in je broek zit, ik hoef het toch niet te zien.” Wel kan hij zich voorstellen dat hij een seksuele handeling bij iemand anders zou doen, “zoals je graag dingen doet voor je partner.” Zolang hij zelf niet aangeraakt hoeft te worden.   

Wetsvoorstel tegen conversiehandelingen  

Uit een rapport van Rutgers blijkt dat wanneer aseksuele personen bij een zorgverlener terechtkomen, aseksualiteit als optie vaak over het hoofd wordt gezien, of dat er aannames over de geaardheid worden gedaan. Ook gaat men er vaak vanuit dat aseksualiteit een resultaat zou zijn van een trauma. NOA-voorzitter Witsenburg: “Sommige mensen kunnen dat natuurlijk zo ervaren. Maar aseksualiteit is een seksuele oriëntatie, geen symptoom of aandoening.” Toen Qevin als tiener naar een psycholoog ging voor zijn depressieve klachten,verteldehij ook dat hij aseksueel was. “Ik dacht dat dat iets was wat de psycholoog zou moeten weten. Ze zei: ik denk dat je jezelf limiteert. Ik heb gelukkig altijd veel attitude gehad dus ik kon denken: zoek het lekker uit. Maar als je wat minder sterk in je schoenen staat, kan ik me best voorstellen dat je zoiets gaat geloven.”   

Aannames van artsen leiden soms tot misdiagnoses of onnodige behandelingen. Zo kunnen zorgverleners libidoverhogende middelen voorschrijven – die vervolgens geen verandering brengen. Witsenburg: “Dat suggereert ook dat er iets mis is met aseksuele mensen, of dat ze ziek zijn. Ik heb gehoord van mensen dat ze het advies kregen porno te kijken, of meer te tongzoenen. Dat is net alsof je tegen iemand zegt dat je ze van hun homoseksuele gevoelens af gaat helpen, of hun genderidentiteit gaat veranderen – het zijn dezelfde soort handelingen.” En dus heeft Witsenburg vanuit de NOA input geleverd aan het net aangenomen wetsvoorstel dat het verboden moet maken om bij mensen hun seksualiteit of genderidentiteit aan te passen, wat in religieuze kringen wordt geprobeerd met therapie of gebedsgenezing.  

Blij met het label 

Door zich aan te sluiten bij het wetsvoorstel tegen deze conversiehandelingen benadrukt de NOA dat ook aseksuele mensen bescherming nodig hebben – en dat ze deel uitmaken van de lhbtia+-gemeenschap.Toch zijn de meningen verdeeld over of de ‘a’ toegevoegd moet worden aan het rijtje van lhbti, omdat sommige mensen van mening zijn dat aseksuele mensen niet dezelfde tegenslagen of discriminatie ervaren als queer personen. “Het is vooral lastig voor aseksuele mensen die heteroromantisch zijn om in de lgbtq-community te komen”, zegt Qevin. “Maar of je wel of niet gediscrimineerd wordt, zou niet de doorslaggevende reden moeten zijn om erbij te mogen horen”, vindt hij. “Waar we juist naar werken is dat niemand discriminatie ervaart.”  

Die ‘a’ in de afkorting zorgt voor hoognodige zichtbaarheid, vindt Witsenburg. “Ik kwam er pas op mijn 22ste achter dat aseksualiteit überhaupt bestaat. Ik had op mijn veertiende al kunnen weten dat ik aseksueel ben. Dat voelt best onrechtvaardig. Ik had altijd het gevoel dat seks bij het leven hoorde. Gelukkig heb ik nooit iets tegen mijn zin in gedaan.” Ook voor Qevin was het belangrijk om zijn ervaring een naam te kunnen geven: “Ik ben blij dat er een labeltje voor is. Voorheen dacht ik: er is vast iets mis met me.” Twee jaar geleden stond hij namens Pride University op een boot tijdens de Canal Pride Parade met de aseksuele vlag (zwart, grijs wit en paars) als cape om. “Om te laten zien: dit bestaat ook.”  

Niet-menselijk  

Ook in series en films groeit de representatie van aseksuele mensen. Witsenburg schreef zeven jaar geleden diens scriptie over aseksualiteit in sciencefictionfilms. Daarin werd aseksualiteit vooral belichaamd door robots en aliens. “Alsof je geen mens bent als je geen seksuele aantrekking ervaart.” Inmiddels zijn er meer personages als Todd Chavez in Bojack Horseman, en Florence in Sex Eduation. Die representatie is belangrijk, vindt geneeskundestudent Livia, “Uit onderzoek blijkt dat toen Ellen Degeneres bijvoorbeeld vaker op mainstream tv kwam in Amerika, dat gay mensen meer werden geaccepteerd.” Wel vindt ze dat de nadruk bij aseksuele personages vaak nog ligt op het aseksuele karakter van de personage. “Representatie perfect maken is heel moeilijk. Gay karakters zijn helaas nog steeds soms de valse nicht.”  

Overseksualisering  

Hoe is het om aseksueel te zijn in een samenleving waarin ‘sex sells’? Livia: “Ik vind het wel grappig. Dan zie ik een Coca Cola-reclame met allemaal mensen in bikini en denk ik: oh, dat werkt dus voor sommige mensen – dat ze dat dan ook willen kopen. Als je niet met seks bezig bent, heb je niet door hoeveel het om ons heen is.” Qevin: “Je hebt ook die overgeseksualiseerde parfumreclames. Zo van: als je dit opspuit dan wil iedereen je hebben. Wel handig want dan weet ik dus: die hoef ik niet te kopen.” Hij vindt de overseksualisering van dingen soms wel irritant. Seksscènes in films vindt hij saai. “Ik dacht eigenlijk dat iedereen die stom vond.” En dat in een videogame waar personages een romantische queeste hebben vaak de climax, de piek van romantiek, seks hebben is, vindt hij zonde. Wat voor hem de ultieme piek van romantiek is? “Dat je samenleeft, elkaar snapt zonder iets te hoeven zeggen. Eigenlijk zoek ik in een relatie hetzelfde als iedereen, maar dan zonder seks.”    

‘Aseksualiteit is een seksuele oriëntatie, geen symptoom of aandoening’

Reageren?

Dat is alleen mogelijk met een e-mailadres dat is verbonden aan de VU. Reacties worden gepubliceerd met voornaam of initiaal en achternaam. Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.

Velden met een * zijn verplicht