Die snelle verhuizing van het Instituut voor Milieuvraagstukken naar het Nieuwe Universiteitsgebouw? Voormalig IVM-medewerker Harry Aiking gelooft daar niet in. “Maar niemand durft meer met me te wedden.”
Het leven verdwijnt de komende jaren steeds meer uit het Wis- en Natuurkundegebouw. De komende maanden verhuizen drie afdelingen en hun studenten naar het Nieuwe Universiteitsgebouw. En als het nieuwe labgebouw aan de overkant van de De Boelelaan over een paar jaar klaar en gevuld is, gaat het overgrote deel van het W&N plat. Ad Valvas verhaalt in een onregelmatige serie over bijzondere W&N-bewoners.
Het is geen cynisme, maar ervaring waardoor Harry Aiking, voormalig onderzoeker en universitair hoofddocent bij het IVM, een hard hoofd heeft in de verhuizing in januari 2020 naar het nieuwe gebouw. “Er is namelijk sprake van een trend.”
In 1980 begon Aiking in het noodgebouw Provisorium 3, dat op de plek stond waar nu de fietsenstallingen van het W&N-gebouw staan. Op zijn eerste werkdag adviseerde een collega om niets aan zijn werkplek te doen omdat ze toch gingen verhuizen. “Twee weken later kwam de schilder langs. We hebben er nog tien jaar gezeten.” Bij het vertrek, voordat het gebouw plat ging, schroefde hij hoogstpersoonlijk het naambordje van de muur. Dat is nog steeds, vijf jaar na zijn pensionering, in zijn bezit.
Weddenschappen
Vanaf dat moment sloot Aiking regelmatig weddenschappen over de snelheid waarmee een verhuizing zou verlopen. “Ik heb onnoemelijk veel weddenschappen gewonnen. Van kratten bier tot een fles Bacardi. Niemand durft meer met me te wedden.” Want ook al is Aiking met pensioen, hij werkt nog steeds voor het IVM. In zijn vakgebied, duurzame voeding, zijn alle extra handen momenteel nodig.
Na de tien jaar in Provisorium 3 vertrok Aiking naar Provisorium 1, een noodgebouw dat in de zomer zo heet werd dat de VU-brandweer de regenpijpen blokkeerde en water op het dak spoot om oververhitting bij de werknemers te voorkomen. Omdat het laagbouw was, was het gebouw een uitstekende locatie voor inbrekers. “Mijn collega had een hele verzameling bakstenen, ijzeren staven en andere breekmiddelen die hij ’s ochtends naast de gebroken ruit vond.”
Van plan A naar Plan Z
Geen ideale werksituatie, maar de verhuizing naar het W&N-gebouw zou nog twaalf jaar op zich laten wachten. “In de tussentijd heb ik wel vier keer meegemaakt dat we zouden verhuizen. Ik zat in de verhuiscommissie. Bij één verhuizing waren zoveel wijzigingen dat we bij plan A begonnen en na plan Z rustig doorgingen met plan AA.”
Soms kwam dat doordat de plannen niet geheel doordacht waren. “Ik herinner me een plan waarbij we op de vijfde verdieping van een parkeergarage met vier verdiepingen terecht zouden komen. Daar zouden we dan in de uitlaatgassen zitten. Zeker omdat bij het IVM ook proeven gedaan worden, was dat geen goed idee.”
Teveel gegroeid
Door de lange projecttijd liepen verhuiscommissies telkens tegen nieuwe problemen aan. “Doordat het verhuisproces zolang duurde, veranderde er in de tussentijd weer van alles. Dan was er weer een afdeling opeens gegroeid en moest het plan weer omgegooid worden.”
Hetzelfde gebeurt momenteel in het NU-gebouw. De afdeling informatica is zodanig gegroeid dat het Athena-instituut niet meer in het nieuwe gebouw past. Daar kijkt Aiking dus helemaal niet van op. “Het idee is dat het IVM zo snel mogelijk zal verhuizen. Maar ik moet nog maar zien of dat doorgaat. Er zijn zoveel plannen bedacht die niet uitgevoerd zijn. Deze verhuizing zal zeker ook weer uitgesteld worden. De eerste deadline, een verhuizing eind november, hebben we niet gehaald. Dan maar januari 2020 verhuizen? Eerst zien, dan geloven!”