Premier Rutte heeft namens de regering excuses gemaakt voor de rol van de Nederlandse regering in het onmenselijke systeem van de slavernij. De premier noemde het een misdaad tegen de mensheid. Opvallend afwezig in zijn speech was het financieel belang dat slavernij vertegenwoordigde. Het systeem functioneerde niet uit wreedheid alleen, maar was opgezet voor bedrijven die van de slavernij profiteerden. Het woord geprofiteerd komt slechts één keer voor in de speech van de premier. Het woord geschiedenis tel ik acht keer, waarmee Rutte vooral aangeeft dat waar we over praten in het verleden ligt. De pijn en het leed van de tot slaaf gemaakten werken door in het heden. En ook de profiteurs van dat leed zijn vertegenwoordigd in het heden.
De ‘grote’ Nederlandse bedrijven die met hun merken in de schappen van de supermarkt liggen, zoals Douwe Egberts of Van Nelle, en de ABN Amro-bank zijn de nazaten van het Nederlandse koloniale systeem. Familieleden van Douwe Egberts vochten nog vrij recent om de miljoenen uit de erfenis van de koffie- en theefamilie in ‘koloniale waar’, zoals zij zichzelf noemden. Koffie was een van de belangrijkste laatste koloniale producten van de plantages in Suriname waar tot slaaf gemaakten werkten. Rietsuiker was het andere belangrijke product dat op de plantages werd verbouwd. De rietsuikerplantages in Suriname waren in handen van de West Indische Compagnie (WIC) en de stad Amsterdam. Bijna alle rietsuiker werd naar Amsterdam verscheept en daar verhandeld. De WIC en de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) verscheepten de koloniale handelswaar. De particuliere Nederlandsche Handels-Maatschappij werd onder aanvoering van koning Willem I in de 19de eeuw opgericht als de opvolger van deze koloniale handelsmaatschappijen. Hieruit ontstond later de ABN Amro-bank.
Volgens Rutte zijn de kernwoorden: erkenning, excuses en herstel. Ik zie wel een aantal geschikte eerste kandidaten om het herstel te financieren.
Helaas…
Uw zoekopdracht op '' returned no results.