Een van de vrienden naast mij op de bank is moslim. En hij heeft een Marokkaanse achtergrond. Wat volgt, is hoe hij de verkiezingen heeft beleefd.
Op het grote touchscreen van de NOS-presentatrice verschijnt een zetelaantal van 35 bij de PVV. Ik pak snel mijn laptop erbij en open mijn Twitteraccount, waarop ik duizenden volgers uit binnen- en buitenland op de hoogte houd van de Nederlandse politiek. Mijn vingers dansen over het toetsenbord om de electorale aardverschuiving zo snel mogelijk wereldkundig te maken.
Pas als ik de belangrijkste grafieken en analyses online heb gezet, dringt het tot me door. De PVV heeft 35 zetels. 35. Bijna tweeënhalf miljoen mensen hebben op een partij gestemd die mensen als ik het land uit wil hebben. En een groot deel van de overige partijen werkt daar liever mee samen dan met een partij die zich inzet voor groene energie.
Iemand stelt voor om pizza te bestellen. Een ander grapt dat we dan moeten vragen of ze hem door een Marokkaan laten bezorgen, nu het nog kan. Niet veel later besluit ik naar huis te gaan, want ik heb morgenochtend vroeg college in Leiden.
De volgende dag lees ik op Twitter dat de PVV is doorgegroeid tot 37 zetels. Maar dat is bij lange na niet het naarste bericht dat langskomt. Mijn tijdlijn staat vol tweets over mijzelf. Ze zeggen dat ik zal worden gedeporteerd of zelfmoord moet plegen.
Ook de docent heeft het gezien. Ze komt naar mij toe en zegt dat ze zich zorgen maakt om mijn veiligheid. De universiteit vergadert over maatregelen.
Als het college begint pak ik mijn laptop erbij om aantekeningen te maken. Twitter staat nog steeds open, net als de rioolkraan waar onophoudelijk racistische drek uit blijft stromen. Het aantal tweets blijft stijgen. De teller staat inmiddels op 1500.
Ik maak me zorgen. Wat is de volgende stap? Een aanslag? Ik weet het niet. Maar ik weet wel dat er sinds woensdag iets is veranderd. De kooi is open.