Het is nu bijna twee jaar geleden dat de nachtmerrie begon. Elke keer beleef ik dezelfde afschuwelijke droom waaruit maar niet te ontsnappen is. Sinds maanden wordt Amsterdam gebombardeerd door een buurland. Eerst was ons verteld dat we veilig zouden zijn als we de militaire bevelen van het buurland zouden opvolgen. We trokken naar het zuiden om aan de bommen te ontsnappen en werden vervolgens weer naar het noorden gedirigeerd, waar nauwelijks meer een huis overeind stond. En al die tijd vielen de bommen en waren we nergens veilig. Mijn werk op de universiteit hield op, want de universiteit werd al snel gesloten: de laboratoria lagen in puin, de microscopen onder een laag gruis.
Mijn onderzoek richtte zich op ecosystemen en veerkracht. Nu leef ik opeens in een stad waar ecosystemen instorten, waar mensen proberen te overleven op een halve broodkorst. Velen lukt dat niet en de honger maakt ontelbare doden. Ik heb altijd geloofd in de kracht van kennis en onderzoek, maar in deze situatie lijkt wetenschap volkomen nutteloos. Om niet te verdrinken in machteloosheid, werkte ik als vrijwilliger in het enige nog functionerende ziekenhuis van de stad. Een wankel symbool van zorg en hoop, totdat ook dat gebombardeerd werd.
Patiënten, artsen, burgers; iedereen probeert te overleven in een ecosysteem dat doelbewust kapotgemaakt wordt. Ik kijk naar de puinhopen en vraag me af hoe dit kan gebeuren. Hoe kan een land straffeloos universiteiten, ziekenhuizen, een hele bevolking vernietigen? Waarom kijkt de wereld weg? Zelfs hulp aan zieke kinderen wordt geweigerd door landen die internationale verdragen over mensenrechten en humanitaire plichten ondertekend hebben.
Dit keer kan niemand achteraf zeggen dat ze het niet geweten hebben. Al vanaf het begin van de oorlog zijn er de beelden van bloggers en verslagen van journalisten. Een VN-commissie heeft een oordeel uitgesproken dat geen enkele twijfel laat over wat er gaande is. En toch kan het buurland ongestoord zijn gang gaan.
Dan volgt het ontwaken en het besef dat Amsterdam ongeschonden is, mijn leven onverstoord. Het brengt nauwelijks opluchting, want de nachtmerrie woedt elders in het volle daglicht voort. Ik weet het, maar wat kan ik doen?