Na een jaar vol beleidsonrust en studentenprotest zijn de meesten het erover eens dat de universiteit het roer moet omgooien. De speech van bestuursvoorzitter Jaap Winter tijdens de Opening Academisch Jaar is bij uitstek een kans om zo’n nieuwe koers uit te zetten. Reden om samen met Nico van Straalen, hoogleraar dierecologie en criticaster van het universitaire systeem, en Luuk Lagerwerf, universitair docent taal & communicatie, de openingsredes van 2014 en 2015 met elkaar te vergelijken. Zijn het gegronde plannen of is het holle retoriek?
Verguisde rankings
Bij de aanvang van het vorig collegejaar liet de VU geen gemakkelijke periode achter zich. Mede vanwege een tegenvallende proefaudit, een daaropvolgende bestuurscrisis en een pijnlijke reorganisatie werd de openingsrede in 2014 verstoord door protesterende medewerkers en studenten. Toch durft Winter in 2014 nog groot te denken: “Op termijn zal Engels onze taal van communicatie worden en houd ik deze speech in het Engels.” Termen als internationalisering, diversiteit en prijzen passeren de revue. En over de, later zo verguisde, universiteitsranglijsten: “We weten allemaal dat we die rankings met behoorlijk wat korrels zout moeten nemen. Maar als ze er dan toch zijn, is het aanmerkelijk leuker dat je omhoog beweegt dan naar beneden.”
Rek is eruit
Het zijn dezelfde thema’s die juist in 2015 juist zo hevig ter discussie worden gesteld. Winter, haast in dialoog met zichzelf een jaar eerder, distantieert zich er dan ook van: “Meer studenten, meer promoties, sneller studeren; het lijkt alsof dat het enige is waar het ons om gaat, met de zorg en het reële risico dat dat ook echt zo is.” Hij stelt vast dat de rek uit het huidige universitaire systeem is en poogt verder te denken dan de kwantitatieve indicaties.
Bruto Academische Waarde
Inspiratie voor een nieuwe koers vindt Winter in een van de armste landen ter wereld: Bhutan. Het daar ontstane concept Gross National Happiness moet een tegengeluid zijn voor de focus op materiële welvaart. “Waarom zouden wij dat ook niet doen?” vraagt Winter. “Kunnen wij niet een vergelijkbaar raamwerk ontwikkelen van de doelstellingen en indicatoren waar het ons in de universiteit werkelijk om gaat? Bruto Academische Waarde, Gross Academic Value, zo zou je het kunnen noemen.”
Holle retoriek?
Winter waarschuwt voor cynisme en het gevaar dat het een bevriezend effect kan hebben. Maar is het verhaal van Winter reëel? Of betreft het in essentie een even holle retoriek als de verfoeide thema’s van weleer?
Luuk Lagerwerf, universitair docent taal & communicatie en onderzoeker van retoriek en het effect op publiek: “Het verschil tussen beide speeches valt voor mij samen te vatten in durf. In 2014 trof Jaap Winter een organisatie in paniek en ontreddering aan en hij wist dat alles wat hij zei tegen hem gebruikt kon worden. Wat je dan krijgt, is een onpersoonlijke speech, af en toe zelfs letterlijk citerend uit de VU-missie. Hierbij formuleert hij doelstellingen en een visie die zodanig algemeen zijn dat niemand er boos op kan worden of de volgende dag in z’n kantoor geld kan komen eisen voor al die concrete plannen.”
Gesterkt het nieuwe jaar in
Lagerwerf merkt op dat dit in de speech van 2015 rigoureus anders is: “Hij veroorlooft het zich opeens om out-of-the-box te denken met zijn ‘Academische Waarde’. Hij maakt de bewuste keuze om iets te zeggen wat het publiek kan verrassen. Daarnaast ligt de nadruk op wat het is om een ‘vrije’ universiteit te zijn waarmee de identiteit van de VU verder wordt vormgegeven. Het sterke hieraan is dat, zonder grote beloftes te doen, de speech daarmee het publiek een gevoel geeft dat ze speciaal zijn omdat ze op deze universiteit zitten. Men gaat gesterkt het nieuwe jaar in. En volgens mij is dat wat zo’n toespraak moet bewerkstelligen.”
Betrokkenheid
Nico van Straalen, hoogleraar dierecologie en Advalvas-columnist, stelde in zijn Advalvas-column dat het onderwijs te veel gedomineerd wordt door de bedrijfsvoering. Van Straalen heeft net als de protesterende studenten in 2014 “een pesthekel” aan de focus op kwantitatieve waarden binnen de universiteit. “Het is in de mode. Het is politiek en de maatschappij wil het ook. Maar de uitval bij eerstejaars, het aantal studenten dat zijn bachelor haalt en het aantal toelatingen bij honours hebben niets met onderwijskwaliteit te maken. De filosofie moet betrokkenheid zijn. Gelukkig begint dat besef wel door te dringen en dat is wellicht ook wel hét verschil in de twee openingsredes van 2014 en 2015.”
‘De wil is er, de insteek ontbreekt nog’
Volgens Van Straalen wordt de Gross National Happiness Index van Bhutan voornamelijk gebruikt als propaganda; de bevolking zou maar wat graag rijker willen zijn. Een mogelijke parallel naar de openingsrede van 2015 is snel getrokken. De collegevoorzitter propageert de Academische Waarde in een systeem dat deze verandering helemaal niet wil of kan. De hoogleraar gaat hier niet in mee en vindt de voorgestelde koers juist hoopvol. “Verandering begint met zo’n belofte en het idee van een Academische Waarde is een prima invulling. Dat kun je alleen maar positief waarderen. Er is bij Winter wel degelijk een kentering waar te nemen, hij schetst een positief toekomstbeeld. De wil is er, alleen de insteek ontbreekt nog. Alle retoriek moet nu dus waargemaakt worden.”