Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
8 november 2024

Campus
& Cultuur

Samenwerking biedt ruimte voor vernieuwing

Er komt absoluut geen volledige fusie van de VU en de UvA, maar de samenwerking wordt wel steeds inniger. Dit benadrukten de bestuursvoorzitters van beide universiteiten, Jaap Winter (VU) en Louise Gunning (UvA), gisteren tijdens een debat over de Amsterdam Academic Alliance, het label waaronder de VU en de UvA activiteiten bundelen.

“Ik heb de afgelopen maanden voornamelijk uitgelegd wat we niet willen: namelijk geen volledige institutionele fusie van beide universiteiten”, zei Jaap Winter tijdens het debat aan de VU, waar zo’n 125 mensen aanwezig waren.

Van onderop

Louise Gunning benadrukte nog eens dat het idee voor een gezamenlijke bètafaculteit niet uit de hoed is getoverd door de besturen, maar van onderop bij de medewerkers is ontstaan. “Toen de bèta’s steeds meer gingen samenwerken, bijvoorbeeld in een gemeenschappelijke graduate school, liepen ze steeds weer tegen praktische problemen aan, zoals verschillende student-administratiesystemen. Daarom vroegen ze aan de universiteitsbesturen of die niet een handje konden helpen met goede facilitaire achtergrondvoorzieningen zodat er bijvoorbeeld geen SIS-SAB-problemen meer zijn. Zo zie ik de samenwerking tussen de UvA en de VU in de toekomst verder vorm krijgen. We faciliteren initiatieven die van onderop komen.”

Gunning merkte ook op dat die samenwerking geen vrijblijvend experiment is. “Al jarenlang staan we onder druk in het publieke debat en van de politiek om te verantwoorden waarom er in Amsterdam twee algemene universiteiten en twee academische medische centra bestaan. We moeten ons bestaansrecht wel waarmaken.”

Amsterdamse federatie

Op de vraag van moderator Felix Rottenberg hoe Gunning de toekomst van de UvA en de VU over pakweg 15 jaar ziet, antwoordde ze dat ze een federatie van Amsterdamse hoger-onderwijsinstellingen voor ogen heeft. “Er is dan een algemeen bestuur dat de strategische lijnen uitzet, maar daaronder functioneren min of meer zelfstandige instituten, en die kunnen dan nog best de naam VU, UvA of HvA hebben.”

Winter denkt dat universiteiten zich in de toekomst anders gaan organiseren. “Ik zie inhoudelijke clusters ontstaan die een eigen structuur krijgen. Denk aan een medisch, bèta-, gamma- en alfacluster. Binnen die clusters werken de VU en UvA dan samen.”

Tijdens het debat werden geen concrete nieuwe initiatieven genoemd in de samenwerking. De besturen zijn zich nog aan het beraden hoe het verder moet nu de formele oprichting van de Amsterdam Faculty of Science (AFS) is gestrand door vooral de oppositie van de studentenraad van de UvA.

Onderwijs centraal

Lid van die raad Jessica Endert benadrukte dat bij vormen van samenwerking vooral de synergie voor het verbeteren van het onderwijs centraal moet staan. “We lopen nu al binnen de bestaande opleidingen steeds meer op tegen de massaliteit van het onderwijs. Wij willen juist vormen van kleinschalig onderwijs behouden.” Ze vindt dat bij de huidige samenwerking de rendements- en efficiëntievoordelen centraal staan. “De Amsterdam Academic Alliantie is een mooi idee, maar het moet niet alleen gaan om de economische voordelen voor Amsterdam en de regio. Het moet gaan om goed onderwijs en onderzoek. Ook internationalisering is een mooi streven, maar stijging in internationale rankings hoort geen doel in zichzelf te zijn.”

Poey Lam van de studentenraad van de VU is het helemaal met haar collega eens. “Je moet beginnen bij wat goed is voor studenten. Waar biedt samenwerking mogelijkheden voor verbetering en extra ruimte voor ontplooiing van studenten?”

AUC als voorbeeld

De dean van het Amsterdam University College (AUC) Marijk van der Wende riep in herinnering dat juist studenten aan de wieg van het AUC hebben gestaan. “Zij zijn het geweest die de komst van het AUC erdoorheen hebben gesleept.” Volgens Van der Wende is het AUC een prachtig voorbeeld hoe samenwerking tot verbetering kan leiden. “We hebben alle ruimte gekregen om iets nieuws te beginnen. Zonder samenwerking van de VU en de UvA was het AUC er nooit gekomen. Bij het streven naar excellentie moet je samenwerken en niet elkaar beconcurreren.’’

Vernieuwing voorop

Ook de directeur van het nieuwe VU-UvA instituut Access Europa, Ben Crum, pleitte ervoor dat samenwerking vooral iets nieuws moet opleveren. “We zijn geen samenvoeging van oude bestaande dingen, maar echt een stap vooruit. Door krachten te bundelen, ontstaan nieuwe vormen van interdisciplinaire samenwerking.” Hij plaatste wel een kanttekening bij de pleidooien om samenwerking vooral van onderop te laten ontstaan. “Soms moeten de bestuurders een duwtje in de rug geven om zaken in beweging te brengen.”

Meer differentiatie

Gunning zei die aansporing zeker ter harte te nemen. “We staan voor grote uitdagingen in het hoger onderwijs. Door toename van de aantallen studenten en de afname van de financiële middelen staat de kwaliteit van het onderwijs onder druk. Juist door vormen van samenwerking te ontwikkelen, ontstaan mogelijkheden voor meer differentiatie en kleinschaliger maatwerk binnen het onderwijs. Dat is een van de gedachtes achter de AFS. Maar we moeten ook zoeken naar mogelijkheden om het onderwijs in faculteiten met heel veel studenten, zoals rechten en economie, te verbeteren.”

Dit was het vijfde debat in de serie Maatschappij in de maak dat faculteitsvereniging EOS samen met VU-connected organiseert.

 

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.