De VU en de UvA hebben vandaag een ‘voorgenomen besluit’ genomen om hun bètafaculteiten te integreren. Als de medezeggenschapsorganen instemmen, kan de Amsterdam Faculty of Science vanaf september 2014 de eerste masterstudenten laten instromen, en vanaf september 2015 de bachelors. Het volledige proces van integratie van onderwijs en onderzoek, inclusief huisvesting, zal vijf tot tien jaar in beslag nemen.
Beide partners geloven dat de AFS één van de leidende science-faculteiten in Europa kan worden, die bijdraagt aan het innovatieve vermogen in Amsterdam. Een voorbeeld hiervan is de samenwerking met ASML, dat recent besloot een onderzoeksinstituut voor nanolithografie op het Science Park te vestigen. Zonder het voornemen om samen te werken was dat volgens VU en UvA niet gebeurd.
Vergelijkbaar met de beste universiteiten
Afzonderlijk zijn de bètafaculteiten van de VU en de UvA in internationaal perspectief relatief klein. Door integratie van de drie faculteiten en door samenwerking met de relevante NWO- en KNAW-instituten ontstaat een schaal die vergelijkbaar is met de beste universiteiten op bètagebied in Europa, zoals University College London (VK) en Université Pierre et Marie Curie in Parijs .
In samenspraak met studenten en medewerkers wordt begonnen met de daadwerkelijke inrichting van de AFS. Hierbij wordt besloten over de organisatie van afdelingen, opleidingen, bedrijfsvoering en managementsystemen. VU en UvA beloven dat ‘vanzelfsprekend’ voorgenomen besluiten worden voorgelegd aan de facultaire medezeggenschap van medewerkers en studenten.
Uitblijven bezuinigingen
In het voorgenomen besluit zijn verschillende randvoorwaarden vastgelegd op het gebied van regelgeving, bekostiging en financiering, zoals instemming met de AFS door externe partijen zoals het ministerie van OCW, en de NVAO. Ook is de fusie afhankelijk van het uitblijven van bezuinigingen op de rijksbijdrage.
Tevens zijn praktische kaders opgenomen voor de bedrijfsvoering (arbeidsvoorwaarden van de medewerkers, inschrijving van studenten, koppeling tussen de studenteninformatiesystemen, gemeenschappelijk pasjessysteem en huisvesting).
Voor huidige studenten verandert er weinig
Voor studenten die op dit moment studeren zal er weinig veranderen; zij kunnen het programma dat ze nu volgen afmaken. Promovendi kunnen hun lopende promotieonderzoek afronden.