Wie kent hem nog niet: Özcan Akyol, die twee weken geleden in het programma De Wereld Draait Door zijn explosieve entree maakte in de literaire wereld? Van zijn debuutroman, ‘Eus‘, zijn inmiddels vijftienduizend exemplaren verkocht en iedereen praat over deze ex-crimineel die in de gevangenis boeken begon te lezen en vanaf dat moment nog maar één ding wilde: schrijver worden.
In de nieuwe Advalvas een interview met Akyol, die tot voor kort Nederlands aan de VU studeerde en daar terstond mee ophield toen hij een two-book-deal met uitgeverij Prometheus op zak had. Akyol blijkt heel wat meer te vertellen te hebben dan het ‘van-crimineel-tot-succesvolle-schrijver’-riedeltje dat in bijna alle media wordt afgedraaid.
Met Advalvas praat hij onder andere over zijn obsessie met taal, ritmische zinnen, het gevaar van de wetenschap, zogenaamde ‘migrantenliteratuur’ en Turkse meisjes. “Als wij met een groep Turkse mannen in een café zitten waar een Turks meisje komt binnenlopen, gaat zij het zwaar krijgen. Dan krijgt ze de volle laag van ons.”