Uit een onderzoek in studentenwoningen op Uilenstede blijkt dat je met een paar aanpassingen in huis goed warmte kunt terugwinnen uit douchewater. Dat kan flink wat energie besparen.
Honderd nieuwe studentenwoningen op Uilenstede kregen in 2014 een zogeheten douchewarmtewisselaar. Dat is een pijpleiding met twee lagen. In het binnenste deel loopt het warme afvalwater van het doucheputje naar het riool, in de ring eromheen stroomt koud drinkwater richting de douchekraan en cv-ketel. Dat koude water neemt de warmte over van het warme douchewater.
Door het water in de douchekraan is voorverwarmd, hoeft er tijdens een douchebeurt minder warm water bij om met dezelfde temperatuur te douchen. En het warme water dat naar de cv-ketel stroomt hoeft daar minder opgewarmd te worden. Dat scheelt energie, zou je zeggen.
Tien graden warmer
Dat is nu dus onderzocht. In tien van de Uilenstede-woningen is in 2015 en 2016 de temperatuur gemeten van het afvalwater en het binnenkomende water voor en na de warmtewisselaar. Het koude water werd in het lab door de douchewarmtewisselaar twaalf graden Celsius warmer; van 15 graden op naar 27 graden. In de praktijk was het binnenkomende water al iets warmer door de omgevingstemperatuur in de woningen, en warmde het door de speciale pijpleiding verder op van 20 graden tot zo’n 30 graden.
Volgens Waternet, dat het onderzoek uitvoerde in samenwerking met onder andere studentenhuisvester Duwo, scheelt het zoveel energie, dat iemand met een eenpersoons huishouden met zo’n douchewarmtewisselaar vijftig euro per jaar bespaart op de energierekening. De uitstoot van CO2 neemt af met gemiddeld 180 kilo per jaar. Daarvoor kun je met een doorsnee benzineauto naar Praag rijden.