De Stichting Studentensport Amsterdam (SSA), ontstaan uit een fusie tussen de beide sportraden van de VU en de UvA, werkt niet langer samen met Sportcentrum VU. Dat is weer bezig met het oprichten van een eigen sportraad.
‘Het Sportcentrum VU is niet bereid enige bijdrage, in wat voor vorm dan ook, te leveren aan SSA en daarmee indirect aan haar verenigingen. Enkel het sportcentrum wordt als voldoende geacht om “studentensport” te faciliteren’. aldus de stichting op haar website. De SSA zal in het vervolg ‘enkel dienen als belangbehartiger van studentensportverenigingen die gelieerd zijn aan de UVA/HVA’.
“Ik laat me niet chanteren”, reageert directeur Jan Snellen van het Sportcentrum VU. “De SSA wil vooral verenigingen financieel steunen en die kunnen zich prima zelf redden. Wij richten ons liever op studenten die niet verenigingsgebonden zijn en op studenten die nog niet sporten.”
VU-studenten uitgesloten
De SSA heeft ook een persbericht rondgestuurd waarin ze waarschuwt dat VU-studenten straks misschien worden uitgesloten van sportverenigingen ten gunste van studenten van de UvA of de Hogeschool van Amsterdam. Ze vindt dat de VU meer sportverenigingen financieel moet ondersteunen, zoals de UvA ook doet. “Dat gaat niet gebeuren, daar heb ik het al zo vaak met het college van bestuur over gehad”, zegt directeur van het Sportcentrum VU Jan Snellen.
De stichting wijst erop dat de sportverenigingen straks van het Universitair Sport Centrum (USC), die de sport voor de UvA en de HvA faciliteert, betaald worden per UvA- of HvA-student. Dat betekent dat het minder aantrekkelijk wordt om VU-studenten in te schrijven, voor wie ze geen subsidie krijgen.
‘De VU ondersteunt vijf verenigingen, terwijl de UvA/HvA 28 verenigingen ondersteunt”, aldus de SSA. ‘Hierdoor komt het er in de praktijk op neer dat er veel VU-studenten bij verenigingen sporten die door de UvA/HvA worden ondersteund. Met andere woorden: de UvA en HvA investeren indirect via het USC in VU-studenten.’
Hogere contributie
Snellen ziet het probleem niet echt. “Dan moeten ze VU-studenten een iets hogere contributie vragen.” Dat bepaalde sporten daardoor voor VU-studenten onbetaalbaar zouden worden, gelooft hij niet. “Zo’n vaart zal het niet lopen. Buurtbewoners die bij die vereniging sporten, betalen ook meer dan studenten en dat blijven acceptabele bedragen.”
Betere samenwerking
“Ik zeg al drie jaar lang dat ik niet tevreden ben over het functioneren van de SSA”, aldus Snellen. “De wil is er wel, maar de manier waarop de UvA de sport ondersteunt, verschilt teveel van die waarop de VU het doet. De UvA geeft alle verenigingen geld, wij werken met verenigingen samen, maar op de manier van: wat kunnen we voor elkaar betekenen? Zonder geld.”
UvA-studenten blijven altijd welkom op de sportfaciliteiten van de VU, zegt Snellen. “We gaan geen hogere contributie van ze vragen.”