Portefeuillehouder onderwijs Battjes verdedigt de bij studenten omstreden beslissing van de Rechtenfaculteit om online colleges af te schaffen. ‘Wij willen dat studenten naar de colleges komen.’
Waarom verdwijnen de online colleges?
“Hoofdreden is dat de slidecasts [Powerpoint-presentaties van het college met de stem van de docent erbij, red.] didactisch helemaal niets toevoegen aan het onderwijs. Het is alleen een service aan studenten. Maar ze hebben wel negatieve effecten en gaan in tegen wat wij willen bereiken: meer contact tussen studenten en docenten. Slidecasts zijn een open uitnodiging om níet naar college te gaan. Dat studenten flexibeler met hun tijd willen omgaan begrijpt het faculteitsbestuur, maar in onze ogen zijn de nadelen voor studenten groter dan de voordelen.”
Halen studenten zonder de slidecasts dan betere cijfers?
“In ieder geval geen slechtere. Nu zijn de slidecasts in het eerste jaar afgeschaft. We zien dat er meer studenten naar college komen en daar actiever participeren. Of de tentamenresultaten beter zijn, weten we niet. Daar hebben we nog te weinig harde gegevens over. Onze ervaring is dat hoe vaker een student de colleges bijwoont, hoe hoger de kans is om voor het tentamen te slagen.”
Digitaal onderwijs heeft toch de toekomst?
“Absoluut! Daar investeren we ook in. Maar dat moet je op een andere manier doen dan met slidecasts. Bijvoorbeeld met instructiefilmpjes en echte mooc’s [massive open online courses, red.] die hoorcolleges kunnen vervangen. Daar zijn we wel me bezig. Om het goed te ontwikkelen hebben we tijd en geld nodig. Ik denk niet dat alle hoorcolleges eeuwig zullen blijven bestaan.”
Maar de faculteit moet studenten toch bij de les houden?
“Dat proberen we ook. Voor het eerste jaar geldt de norm van 14 contacturen per week en voor de rest van de bachelor 12 uur. Dat vullen we niet alleen op met hoorcolleges, ook met werkgroepen van maximaal 25 studenten. Dat doen we al een paar jaar minimaal 3 uur per week. Voor onze docenten is dat een flinke belasting. Dan mogen wij wel van studenten verwachten dat ze ook naar het college komen. Wij geloven in contact tussen docent en student. Dat is de kern van ons onderwijs.”