Minister Ingrid van Engelshoven van onderwijs tempert direct de verwachtingen als ze maandagochtend spreekt met een groep VU-wetenschappers. Het gesprek is een onderdeel van haar werkbezoek aan de VU van vanochtend.
“We kunnen de hele ochtend blijven hangen in de roep dat er geld bij moet. Maar in de hele samenleving klinkt die roep: voor de zorg, primair onderwijs, klimaat. Ik snap het appel, maar ik heb het nu even niet en ga dit jaar van de minister van Financiën ook niet meer krijgen.” Of iedereen het dus wil houden bij ideeën over hoe het systeem anders kan om de werkdruk aan te pakken.
‘Iedereen doet meer’
Ze krijgt weinig repliek. WOinActie-VU-frontvrouw Paola Gori Giorgi pleit halverwege het uur kort voor meer geld en verder klinkt alleen indirect in de discussie door dat er meer geld nodig is. Zo wil Nelleke Moser van de faculteit Geesteswetenschappen dat meer zichtbaar wordt wat iedereen doet. “De papieren werkelijkheid van wat iemand doet klopt vaak helemaal niet. Iedereen doet er meer naast. De begroting klopt dan aan het eind van het jaar wel, maar je hebt een veelvoud gedaan van wat er gepland was.” En daar branden mensen van op, ziet ze, vooral jonge mensen die vol enthousiasme aan de slag gaan.
Hartkloppingen
Van die opgebrande wetenschappers komen voorbeelden voorbij. “Ik heb collega’s die tussen de colleges door op het toilet gaan zitten om van hun hartkloppingen af te komen”, zegt Sabine Go, lid van de ondernemingsraad. “Het systeem piept en kraakt echt veel erger dan je ziet. Mijn collega’s zijn op, er is geen energie meer voor creativiteit.” Ook anderen brengen in dat mensen het zo druk hebben dat er domweg geen ruimte meer is voor onderwijsinnovatie. Leuk dat de VU het onderwijs meer gaat waarderen en erkennen, bijvoorbeeld met andere jaargesprekken, maar iedereen is moe.
Van Engelshoven reageert dat ze zich ervan bewust is. “Ik realiseer me dat we met deze nadruk op de groei van het aantal studenten en het niet evenwichtig meegroeien van het aantal onderzoekers aan de grens van het systeem zitten. Ik wil weten: wat zit er verder in het systeem dat we kunnen doen?”
Commercieel project
“We doen aan onderzoek, onderwijs, valorisatie én leidinggeven”
Gonneke Willemsen, portefeuillehouder onderwijs bij de faculteit Gedrags- en Bewegingswetenschappen, heeft wel een idee: eerder weten hoeveel studenten er beginnen. “Op 31 augustus weten we nog niet eens hoeveel studenten er de volgende dag in de collegezaal zullen zitten. Soms moeten we op het laatste moment andere zalen regelen, extra werkgroepdocenten. Het zou veel schelen als er iets meer tijd komt om het beter voor te bereiden.”
Brian Tjemkes, docent bij de economische faculteit, vindt het idee dat een wetenschapper zich alleen met onderzoek en onderwijs bezighoudt achterhaald. “Ik doe een groot project met het bedrijfsleven waar mijn collega’s in de zakelijke wereld een fulltimebaan voor hebben. Ik doe het op maandag en dinsdag. En daarnaast moet ik nog vijftien jaargesprekken voeren en colleges geven aan 900 studenten. Het is onderzoek, onderwijs, valorisatie én leidinggeven.”
Meer stabiliteit
De minister vindt het voor een deel ook een intern systeem dat misschien beter kan. Maar daar is niet iedereen het mee eens. “U kunt zorgen voor stabiliteit, minder verandering in regels. We willen gewoon weten waar we aan toe zijn over twee jaar”, kaatst Tjemkes de bal terug.
Meer stabiliteit, dat is toch wel de slotsom na vijftig minuten beschaafd van gedachten wisselen met de minister. Ze wijst er nog op dat er al 100 miljoen wordt overgeheveld van de tweede naar de eerste geldstroom, en dat universiteiten al steeds meer samenwerken in plaats van alleen maar concurreren. “Ik ben heel blij met wat ik gehoord heb, over minder concurrentie en meer stabiliteit”, zegt ze aan het eind. “Voor op de conferentie op 15 november (Europese conferentie met universiteitsverenigingen over erkenning en waardering; red.). Daar kunnen we echt wat mee.”
Later als de minister over de campus naar een andere locatie loopt, klinkt er toch nog een klein protest. ‘No ifs, no buts, no budget cuts’, roepen zo’n vijftig betogers met spandoeken. De minister gaat netjes even in gesprek, maar we hoeven niet te raden naar haar antwoord.