Tijdens de lunch worden de gasten in het VU-restaurant getrakteerd op een lawaaiige protestactie van de Studenten voor Rechtvaardigheid in Palestina (SRP). Gemaskerde activisten hangen een spandoek op met de tekst ‘Existance is resistance’, er wordt gescandeerd, ook de omstreden leus “From the River to the Sea, Palestine will be free” weerklinkt. Een gemaskerde jongeman vertelt, gebruikmakend van een megafoon, over de onderdrukking van de Palestijnen door Israël.
Het protest is bedoeld om aandacht te vragen voor het lot van de Palestijnen, maar ook tegen het verbod van de VU om een geplande ‘teach-in’ over Gaza op de campus te houden. Niet de eerste keer dat een bijeenkomst van de SRP door de VU wordt verhinderd, meestal omdat het programma te eenzijdig zou zijn en alleen pro-Palestijnse sprekers op het programma heeft.
Maar bij deze mede door hoogleraren georganiseerde teach-in staan, behalve onder anderen de omstreden Palestijnse activist Sara Rachdan, ook mensen op het programma als hoogleraar Yolande Jansen, die antisemitisme onderzoekt. Een evenwichtig programma dus, maar die wilde de VU toch niet op de campus hebben.
Veiligheid in het geding
Waarom is het op de VU-campus onmogelijk om het over Gaza te hebben? Dat is niet onmogelijk, zegt het college van bestuur. “We hebben die teach-in ook niet verboden, we konden alleen geen besluit nemen op basis van wat we toen wisten. We wilden meer tijd om er met de organisatoren over te praten”, zegt collegevoorzitter Margrethe Jonkman. “We waren nog in gesprek over elementen als veiligheid en inhoudelijkheid”, zegt CvB-lid Marcel Nollen.
Nollen vertelt dat de VU-beveiliging en de politie zeggen signalen te hebben dat de veiligheid in het geding is. “Het is een zeer emotioneel debat, we willen niet dat mensen elkaar te lijf gaan of zich anderszins onveilig voelen”, aldus rector magnificus Jeroen Geurts.
Ontvlambare situatie
Het is, meer dan bijvoorbeeld de oorlog in Oekraïne of het debat over samenwerking met de fossiele industrie, een “ontvlambare situatie”, legt Geurts uit. “Deze discussie roept heel veel op bij mensen”, zegt CvB-voorzitter Jonkman. Nollen spreekt van “groepen boze studenten” en verontrustende teksten en stickers die op de campus verspreid worden en leuzen die worden geroepen. “Daardoor kan er niet aan de randvoorwaarden worden voldaan om een dergelijk debat veilig te maken.”
Maar het gaat om meer dan dat. Om sociale veiligheid, bijvoorbeeld. ‘Waar er in de publieke ruimte plaats is voor activisme, willen we ons binnen de muren van de universiteit richten op het delen van kennis en het vergroten van wederzijds begrip’, aldus het CvB in zijn officiële verklaring. Ook is het voorkomen van verdere polarisatie een ‘fundamentele randvoorwaarde’.
Polarisatie verbieden, druist dat niet in tegen de academische principes? Wordt het academische debat niet ontzettend beperkt als het alleen maar gericht mag zijn op wederzijds begrip en verbondenheid? Moet op een academie niet alles gezegd kunnen worden en alles worden bevraagd? Mag het nooit schuren en knetteren?
“Wij zouden het liefst een debatcultuur hebben waarin alles gezegd kan worden en je het over alles kunt hebben en waarbij er geen risico is dat mensen zich zo ellendig gaan voelen dat ze eigenlijk niet meer naar de campus durven te komen”, zegt Geurts. “We moeten ervoor zorgen dat juist de vrijheid voor iedereen om aan het debat mee te doen gewaarborgd is.” Academisch debat is ook niet zomaar wat roepen, zegt hij. “Je moet kunnen onderbouwen, en luisteren naar andermans argumenten. Dat is respectvol debat.”
Op eieren lopen
“De VU zegt dat ze neutraal is, maar naar aanleiding van de verkiezingsuitslag zette ze wel een statement online waar een politieke boodschap in verscholen zat”, zegt een docent die zich aan de houding van het bestuur ergert. “Bovendien zegt de VU er voor iedereen te zijn, ongeacht zijn politieke overtuiging, dus dan moeten er verschillende meningen geuit kunnen worden, en dat gebeurt nu met betrekking tot Gaza niet.”
Ad Valvas sprak een groep van vijf docenten die zeggen zich onveilig te voelen, niet omdat het hen door hun leidinggevenden wordt verboden om kritiek op Israël te hebben, maar omdat ze mails krijgen van goedbedoelende collega’s die hen waarschuwen. Er wordt over de kwestie flink heen en weer gemaild, wordt tijdens het gesprek duidelijk. Bijvoorbeeld doordat een islamitische collega vertelt dat hij van Hamas-sympathieën werd beschuldigd omdat hij voor de Palestijnen opkomt. “Ik voel me daardoor onveilig”, zegt een van de docenten. “Alsof ik op eieren moet lopen, want een uitspraak als dat Israël een apartheidsstaat is, wat gewoon een statement van Amnesty International is, kan je al in moeilijkheden brengen. Ik kom van buiten de EU en als ik mijn aanstelling aan de VU zou kwijtraken, zou ik ook het land uit moeten.”
Om die reden willen de docenten anoniem blijven, maar hun namen zijn bekend bij de redactie. Ze hebben zich geërgerd aan de berichtgeving van Ad Valvas over het protest in het VU-restaurant, waarin lacherig werd gedaan over de gezichtsbedekking van sommige activisten. “Ze dragen die gezichtsbedekking omdat sommigen van hen hier met een studentenvisum zijn, en meteen het land uit moeten als die wordt ingetrokken.”
“Ik werk aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen”, zegt een andere docent. “Wij zijn sociale wetenschappers, ons werk gaat over de maatschappij, over menselijke ervaringen en uitsluiting enzovoort, we kunnen dit niet negeren. Worden we nu echt verondersteld toe te kijken en niks te zeggen terwijl in Gaza zo’n explosie van geweld plaatsvindt en op zo’n grootschalige manier mensenrechten worden geschonden? Moeten we neutraal blijven? De VU bleef toch ook niet neutraal toen Rusland Oekraïne binnenviel?”
Grimmige sfeer
Joodse academici, onder wie de voormalige CvB-voorzitter Mirjam van Praag en VU-hoogleraar Joodse geschiedenis Jessica Roitman, schreven in een open brief in NRC dat Joodse studenten en medewerkers van Nederlandse universiteiten zich niet veilig voelen door de grimmige sfeer die is ontstaan door de oorlog in Gaza. Het debat is volgens hen eenzijdig en ze vinden het kwalijk dat de From the River to the Sea-leus getolereerd wordt.
“Die leus is niet antisemitisch”, zegt een van de anonieme docenten. “Met die leus wordt het ideaal uitgesproken van een Israël waar Palestijnen in vrijheid leven en dezelfde rechten genieten als Joodse Israëliërs.”
Huidige CvB-voorzitter Jonkman is op de hoogte van die interpretatie. “Maar er zijn hier mensen die vrienden en familieleden te betreuren hebben door de Hamas-aanslag van 7 oktober. Moet je die nou per se pijn doen door dergelijke dingen te roepen? Zou jij, als je weet dat bepaalde dingen mij door de ziel snijden, dat tóch inbrengen tijdens een discussie?”
De aan de VU verboden teach-in werd uiteindelijk onder de noemer ‘teach-out’ elders gehouden. Het was volgens de docenten een “vreedzaam, respectvol” evenement zonder leuzen. “Met een hele goede discussie die echt bij een VU-omgeving hoort”, aldus een van hen.
Antisemitisme
Ad Valvas sprak zeven jaar geleden een groep Joodse VU-studenten over het antisemitisme, dat steeds oplaait als het in Israël weer uit de hand loopt. Ze worden voor “fucking zionist” uitgemaakt en lezen op socialemedia-posts van studiegenoten over “zionistische varkens” en dergelijke. Als het ter sprake komt in het gesprek met de docenten zegt een van hen: “Maar onze islamitische studenten dan? Die voelen zich ook onveilig door wat er over hen gezegd wordt. Iedereen heeft het over antisemitisme, maar islamofobie en moslimhaat worden over het hoofd gezien.”
VU-hoogleraar Global History Pepijn Brandon zegt: “Als Joodse of Israëlische studenten vanwege hun Joods-zijn verantwoordelijk worden gehouden voor de daden van Israël, is dat wat mij betreft net zo dom en racistisch als wanneer studenten met een hoofddoek ter verantwoording worden geroepen voor de daden van Hamas.”
Maar hij vindt het wel logisch dat studenten of docenten kritiek krijgen als zij het optreden van Israël verdedigen, pleiten voor Israël als exclusief of overwegend Joodse staat, of als zij het leed dat Israël de Palestijnen aandoet bagatelliseren. “Natuurlijk is het verkeerd als die kritiek vervolgens op een antisemitische manier wordt geuit. Maar scherpe kritiek op Israël als zodanig gelijkstellen aan antisemitisme, zoals nu te vaak gebeurt, is juist vanuit het perspectief van het bestrijden van daadwerkelijk antisemitisme gevaarlijk.”
Dat zegt een van de docenten ook: “Als je er zo op gebrand bent dat Joodse mensen niet worden vereenzelvigd met Israël, doe dat dan zelf ook niet door elke kritiek op Israël te diskwalificeren als antisemitisch.”
Deel de duif
Brandon was een van de Joodse academici en studenten die eveneens een open brief in NRC publiceerden, met een oproep aan universiteiten om stelling te nemen tegen de Israëlische mensenrechtenschendingen in Gaza. “Universiteiten zouden zich moeten schamen dat ze niet over Gaza praten”, zei hij tegen Ad Valvas in een dubbelinterview met (de eveneens Joodse) onderzoeker Nederlandse koloniale erfenis Patricia Schor.
“Aan de VU zou alles gezegd moeten kunnen worden”, aldus een docent. “Als studenten naar me toe komen zou ik ze moeten kunnen zeggen: ‘Ga naar die teach-in, of naar die discussie in 3D, neem al die meningen tot je. Als je iets in wilt brengen tijdens college, ga je gang’, zo leren we van elkaar, zo zou het moeten zijn.”
Het CvB schrikt van de verhalen van de docenten. “Ontslagen worden vanwege een protest? Het is hier geen dictatuur”, zegt Geurts. “Het is niet de bedoeling om mensen te muilkorven, dat kan niet op een academie. Ik vind het heel erg om te horen dat mensen dat zo ervaren.” “Het heeft absoluut niks te maken met VU-beleid”, zegt ook Nollen.
In een ‘oproep tot verbinding en begrip’ op de VU-website verwijst het CvB naar onder andere het Centre for Teaching and Learning, dat docenten helpt om te gaan met ‘diverse standpunten’ in de collegezaal, en naar het zingevingsplatform NewConnective voor gesprekken en ondersteuning. “Er wordt op de campus over Gaza gediscussieerd, in de collegezalen en in het debatcentrum 3D”, zegt Jonkman. “Het gaat puur om openbare manifestaties als teach-ins en dergelijke”, aldus Geurts. “We zoeken gewoon nog naar een vorm waarin dat voor iedereen veilig kan op de campus. Zodat ook écht alle perspectieven zich vrij voelen om deel te nemen aan het debat.”
“Je zou de Joodse en Palestijnse jongeren van Deel de Duif moeten interviewen”, zegt Jonkman. “Die gaan de discussie met elkaar aan en dat kan ook botsen en heel pijnlijk zijn, maar het blijft vanuit een positie met respect voor elkaar. Het is heel belangrijk dat je je in elkaar inleeft.”
‘College moet initiatief nemen’
De universitaire studentenraad heeft door haar volle agenda nog niet de tijd gehad voor een goed gesprek over de kwestie, zegt USR-voorzitter Guido Groenescheij, maar dat moet er binnenkort wel snel van komen, wat hem betreft. “Ik begrijp dat de VU zoekt naar een manier waarop er veilig gedebatteerd kan worden, er is een balans tussen jezelf kunnen uiten en je veilig voelen, maar nu praat iedereen langs elkaar heen en dat helpt de sociale veiligheid niet”, aldus Groenescheij. “Het CvB moet zijn afwachtende houding laten varen en zelf het initiatief nemen.”
Ik ben juist erg te spreken over hoe het CvB hiermee omgaat. Alle mensen die willen dat de VU/het CvB hierin stelling neemt, willen in feite dat het CvB hen gelijk geeft bij hun standpunt, en daarmee het andere standpunt veroordeelt. Goed dat het CvB zich niet laat dwingen.