.jpg)
De faculteit Godgeleerdheid krijgt een nieuwe decaan: theoloog en GroenLinks-senator Ruard Ganzevoort. Hij begint 1 januari.
“Mijn onderzoek was de laatste jaren al secundair, ik begeleid vooral promovendi en als senior wetenschapper ben je vooral bezig onderzoek van anderen te faciliteren”, antwoordt Ganzevoort op de vraag of hij nog wel tijd overhoudt om zich met de wetenschap bezig te houden.
Zijn voorgangers, Martien Brinkman, Bram van de Beek en Wim Janse vonden de faculteit opnieuw uit nadat ze begin jaren 2000 in zwaar weer gekomen was toen de kerkenkoepel PKN de VU niet langer meer beschouwde als hofleverancier van predikanten. Godgeleerdheid haalde tal van religieuze organisaties binnen, tot de moslims en hindoes toe, waardoor het een bonte verzameling van theologische opleidingen werd.
Eenheid in verscheidenheid
Ganzevoort ziet het als zijn taak van die veelheid een eenheid te maken. “De uitdaging is om gezamenlijk te bepalen wat we zijn, waar we heen willen met elkaar”, aldus Ganzevoort. “Aan de ene kant moeten we de diversiteit binnen de faculteit bewaren, tegelijkertijd moeten we academisch excelleren. Dat is niet vanzelfsprekend, daarvoor moet je het gesprek aangaan over hoe je dat realiseert.”
Wat is er zo moeilijk aan? “Met zoveel verschillende groepen wordt er op verschillende manieren naar een kwestie gekeken”, aldus Ganzevoort. “Er is bijvoorbeeld verschil tussen empirische en religieuze kennis.”
Informele zeggenschap
Bovendien moeten theologen relevant zijn voor de verschillende geloofsgemeenschappen die binnen de faculteit vertegenwoordigd zijn en hun academische rol vervullen. “Daarnaast hebben ze ook een brede, maatschappelijke rol”, zegt Ganzevoort.
In het gesprek daarover ziet hij een grote rol weggelegd voor de medezeggenschap. “Niet alleen de formele medezeggenschap, maar ook de informele. Die moet worden versterkt. Ik wil op verschillende momenten het gesprek voeren over wat we gezamenlijk aan het doen zijn. Op bijeenkomsten, maar ook in de wandelgangen en via allerlei andere wegen.”