Geef kinderen van arme ouders weer een basisbeurs, zegt de nieuwe kinderombudsman Margrite Kalverboer. “Hun ouders zeggen niet zo makkelijk: sluit maar een lening af om een opleiding te doen.”
“Armoede is een complex probleem, een veelkoppig monster”, zegt Margrite Kalverboer, bijzonder hoogleraar aan de faculteit gedrags- en maatschappijwetenschappen te Groningen. Volgende week begint ze als de nieuwe kinderombudsman.
Gisteren deed ze op Radio 1 een uitspraak over de basisbeurs, die met ingang van dit studiejaar is afgeschaft. Ze is een beetje verbaasd dat die zo wordt opgepikt. “Dit is wel een heel ander onderwerp, zei ik nog tegen de interviewer.”
Maar ze meent het wel: het verdwijnen van de basisbeurs is volgens haar niet goed voor kinderen uit arme gezinnen. “Hun ouders zeggen niet zo makkelijk: sluit maar een lening af om een opleiding te doen.”
Zijn de voorwaarden voor de studielening niet ruimhartig genoeg?
“Ik weet wel dat de mogelijkheden er zijn, dat er een aanvullende beurs is en dat de studieschuld uiteindelijk wordt kwijtgescholden als je niet genoeg verdient. Maar de drempel om voor een opleiding geld te lenen, blijft voor sommigen gewoon heel hoog.”
Hoe komt dat dan?
“Armoede gaat vaak samen met slechte opvoedingsomstandigheden, ouders die net wat minder slim zijn, een netwerk dat minder groot is. Armoede wordt vaak van generatie op generatie doorgegeven. Lenen voor een studie doen die kinderen niet snel. Ze gaan liever meteen werken en worden dan op hun achttiende ontslagen omdat iemand van zestien het werk goedkoper kan doen.”
Geldt dat voor alle armen?
“Nee, soms zijn het gewoon omstandigheden als een echtscheiding of de economische crisis waardoor mensen een val in hun financiële situatie maken. Dan is het anders. Maar de meeste mensen die langdurig in armoede leven, hebben een geschiedenis met ouders, opa’s en oma’s die dat ook deden. Dan kun je hun kinderen de mooiste voorlichting van de wereld geven, maar ik denk niet dat dat werkt.”
Heeft u het zelf gezien in uw omgeving?
“Ik kom uit Groningen en ik zie enorme verschillen in de gebieden. Mijn broer woont in Kiel-Windeweer. Dat ligt bij Hoogezand, in richting van krimpgebieden. Zijn kinderen hadden een goede cito-score van 545, maar ze kregen een havo-advies. Mijn kinderen zaten in de stad Groningen op school en hadden volgens mij een of twee punten lager op hun cito-toets, maar zij gingen naar het gymnasium. Dat is toch bizar? De kinderen van mijn broer doen nu een hbo-opleiding en dat is prachtig, maar ze hadden ook gerust naar het gymnasium gekund.”
Is een basisbeurs genoeg om zulke verschillen te ondervangen?
“Er zitten meer kanten aan, hoor. Je moet die kinderen ook stimuleren en begeleiden. Het is gewoon veel moeilijker voor hen. Ze hebben ook vaker te maken met stress thuis, waardoor je minder makkelijk kunt leren.”