“Ik heb dat ‘onthoofdingsfilmpje’ met James Foley bekeken”, zegt een studente, terwijl ze, als ze “onthoofdingsfilmpje” zegt, met haar gekromde vingers in de lucht twee aanhalingstekens imiteert. “Ik dacht: nu ga ik dus een onthoofding zien.” Maar vlak voor de beloofde onthoofding is het filmpje afgelopen.
“En nu ben je dus teleurgesteld”, zegt communicatiewetenschapper Wouter van Atteveldt droog.
Verheerlijken van terrorisme
Van Atteveldt spreekt op een debatbijeenkomst, eerder vandaag, van VU-docent politicologie Dieuwertje Kuijpers, in samenwerking met Elsa Amsterdam, een vereniging voor jonge juristen. Onderwerp is het verbod, voorgesteld door het CDA, op het verheerlijken van terrorisme in de vorm van onder meer het ‘liken’ (op Facebook) van onthoofdingsfilmpjes van terreurbeweging IS, voorheen ISIS. Willen we dat? Is het zinvol?
Kuijpers hoopt dat studenten van verschillende disciplines er hun geest aan slijpen, want de kwestie heeft verschillende aspecten: juridisch, politiek, strafrechtelijk, grondwettelijk, psychologisch, enzovoort. Behalve Van Attevelt zijn jurist Ton Siedsma van Bits of Freedom, een lobbygroep voor vrijheid op het Internet, en terrorisme-expert Teun van Dongen van de Universiteit Leiden uitgenodigd als sprekers. Er zijn studenten politicologie en rechtenstudenten, een stuk of vijfentwintig in totaal.
Uitgemergelde Bosniërs
De drie sprekers zijn het allemaal wel eens dat een verbod op het bekijken of leuk vinden van zo’n filmpje zinloos en onwenselijk is. “Wat we vinden is dat die onthoofding niet kan”, zegt Siedsma, “maar vervolgens treden we op tegen het beeld van de onthoofding, niet tegen de onthoofding zelf.”
Tegelijkertijd onderkennen ze ook de kracht van dergelijke beelden. Van Atteveldt laat andere beelden zien die de loop van de geschiedenis sterk hebben beïnvloed: de rokende Twin Towers op 11 september 2001, de uitgemergelde Bosniërs achter prikkeldaad tijdens de Bosnisch-Servische oorlog. “Ze maken onderbuikgevoelens bij ons los: ‘er moet nu iets gebeuren’. Na de verspreiding van het onthoofdingsfilmpje met James Foley steeg de bereidheid van het Amerikaanse publiek tot ingrijpen van 18 procent naar twee derde.”
Controle over de informatiestroom
Een studente zegt dat ze vindt dat ze zo’n filmpje moet kunnen bekijken, als ze dat wil. Een student filosofeert over de onmacht van de overheid om de informatiestroom onder controle te houden, sinds het Internet zo populair geworden is.
Er is ook nog even discussie over de manier waarop Foley is onthoofd. Met het mes waarop de in zwart geklede man met het Britse accent naast hem staat, of met een zwaard, wat een stuk humaner zou zijn geweest. “Dat duurt heel lang, dan gaan kijkers op een gegeven moment afhaken”, aldus Van Dongen. Iemand die zegt uit “de regio” te komen, beweert dat het met het mes moet zijn gebeurd, dat dit een voorwaarde is voor de beul om in het paradijs te komen.
Psychopaten aantrekken
Van Dongen wijst erop dat terroristen niet eerder op deze manier reclame maakten met hun gruweldaden. Van Atteveldt denkt dat de onthoofdingsfilmpjes een oorlogsverklaring aan Amerika zijn. Mensen recruteren doe je niet op deze manier. Van Dongen is het ermee eens: “Dan trek je op een gegeven moment alleen psychopaten aan.”
De tweets met foto’s van pizza’s, die door de IS-leden genuttigd worden, dat is volgens Van Dongen sterkere propaganda. “Ze laten hiermee zien dat ze ook maar gewone jongens zijn, die gewoon pizza eten.”
Juridische aspecten
Een studente zegt dat ze zich ergert aan de suggestie dat mensen terrorist zouden worden van het zien van zo’n filmpje. Iemand vraagt zich af of Nelson Mandela ook slecht was toen hij nog te boek stond als terrorist. De hypocrisie van de samenwerking van de VS met Saoedi-Arabië komt aan de orde, want dat land onthoofdt ook mensen om de gekste redenen.
Helaas komen de juridische aspecten van een verbod op het liken van onthoofdingsfilmpjes nauwelijks aan bod, terwijl de meerderheid van de aanwezigen toch rechten studeert.