In zijn brief aan de Tweede Kamer over de torenhoge werkdruk aan universiteiten draait onderwijsminister Eppo Bruins er niet omheen. Hij bezuinigt op het geld waarmee universiteiten de werkdruk moeten verlagen. Dat is natuurlijk “pijnlijk”, aldus Bruins.
Maar dat ontslaat instellingen niet van de plicht om iets aan die werkdruk te doen. Sterker nog, dat hadden ze eigenlijk al gedaan moeten hebben. In 2020 presenteerden universiteiten al maatregelen om de werkdruk te verlagen, maar die zijn nog niet allemaal ingevoerd, constateert Bruins. “Ik vind dat universiteiten snel daad bij het woord moeten voegen.”
Arbeidsinspectie
Hij noemt het “zorgelijk” dat het tegengaan van de werkdruk weinig opschiet, zoals de Arbeidsinspectie in mei vaststelde. Medewerkers hebben nog steeds te veel taken en draaien te veel overuren. Daarnaast is er geregeld sprake van discriminatie, wetenschappelijk wangedrag en andere vormen van sociale onveiligheid.
Bruins wijst universiteiten erop dat ze misschien “selectiever” moeten zijn in het aannemen van promovendi. De druk op deze startende wetenschappers is hoog omdat ze vaak langdurig in onzekerheid verkeren over een baan aan de universiteit. Aan dat laatste gaat niets veranderen, maakt Bruins duidelijk, dus roept hij universiteiten op om hun promovendi voor te bereiden op een carrière buiten de wetenschappen.
Ook moeten universiteiten hun overhead tegen het licht houden. Misschien kan de regeldruk omlaag? En hij waarschuwt: als de Arbeidsinspectie volgend jaar nog steeds geen serieuze verbetering ziet, gaat deze “handhaven”.
Druk op geld
De werkdruk van wetenschappers is onder meer zo hoog omdat ze veel tijd kwijt zijn aan het binnenslepen van onderzoeksfinanciering, waar ze relatief weinig kans op maken. Daar moeten universiteiten ook iets aan doen, zegt Bruins in een tweede, gelijktijdig verstuurde brief aan de Kamer over de verdeling van onderzoeksgeld.
Hij verwijst daarin wederom naar de plannen van universiteiten uit 2020: ze beloofden toen om ervoor te zorgen dat minder mensen beurzen zouden aanvragen, zodat de kans op geld zou stijgen. Ook dat plan is volgens Bruins nog niet voldoende omgezet in daden.
De onderwijsminister bezuinigt de komende jaren fors op hoger onderwijs, oplopend tot een miljard euro per jaar. Universiteiten zijn bang dat daardoor de werkdruk juist toeneemt.