Gemeentes krijgen de verzorgingsstaat stukje bij beetje op hun bordje geworpen. Wat heel lang een taak van de rijksoverheid is geweest, wordt nu een taak van de lokale overheid: jeugdzorg, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), de integratie van gehandicapten op de arbeidsmarkt.
“De gedachte erachter is dat sociaal beleid een complex probleem is dat op een efficiëntere en creatievere manier door gemeenten kan worden aangepakt”, legt bestuurswetenschapper Hans Bosselaar uit. “Gemeentebestuurders weten namelijk beter wat er in hun omgeving voorhanden is aan zorgaanbod en voorzieningen.”
Verstrekkende gevolgen
Dat die overheveling van taken verstrekkende gevolgen heeft, daar hoef je geen Einstein voor te heten. “Maar welke verstrekkende gevolgen er zijn, dat realiseert lang niet iedereen zich”, aldus Bosselaar.
Dus stelden hij en de Groningse hoogleraar Sociaal Zekerheidsrecht Gijsbert Vonk een bundel samen, Bouwplaats lokale verzorgingsstaat, waarin zij en zeven andere wetenschappers de uitdagingen analyseren, waar gemeentebestuurders voor staan.
Eigen rol overschatten
“Staats- en bestuursrechtsdeskundige Solke Munneke behandelt bijvoorbeeld de rol van de gemeenteraad”, zegt Bosselaar. “Die gemeenteraad heeft de neiging haar eigen rol te overschatten, maar kan worden teruggefloten door de rijksoverheid. Die doet dat ook, bijvoorbeeld als de raad besluit om alleen kansrijke mensen aan een baan te helpen, en daarmee dus tegen het landelijke beleid ingaat.”
Politieke beslissingen
Bestuurswetenschapper Duco Bannink richt zich op de managers van gemeentelijke diensten. “Die moeten straks politieke beslissingen uitvoeren die zeer veelomvattend zijn en uiterst complex”, zegt Bosselaar. “Denk bijvoorbeeld aan een sollicitatieplicht voor bijstandsmoeders; goed voor de arbeidsmarkt, maar niet voor de kinderen. Hoe overleeft een manager die voor zulke dilemma’s staat, die zich én aan de wet moet houden én zijn tent draaiende moet houden?”
Gulzige bestuurders
“Hoogleraar beleids- en bestuurswetenschap Willem Trommel waarschuwt tegen de neiging van lokale bestuurders, wethouders en dergelijke, om zelf bovenop het hele proces te gaan zitten. Trommel noemt die ‘gulzige bestuurders’”, vertelt Bosselaar. “Maar juist deze overgang van een landelijke naar een sociale verzorgingsstaat vergt een bescheiden bestuurder, die samenwerkt met alle andere betrokken organisaties aks thuiszorg- en reïntegratiebedrijven.”
Keukentafelgesprek
Zelf heeft Bosselaar een artikel geschreven over de nieuwe verantwoordelijkheden van gemeenteambtenaren die belast zijn met de beslissingen over uitkeringen en reïntegratietrajecten voor burgers. “Daar heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een nieuw concept voor bedacht, het ‘keukentafelgesprek’, waarbij gelijkwaardigheid van ambtenaar en burger wordt verondersteld, maar die wel degelijk machtsongelijkheid impliceert”, aldus Bosselaar. “Daarom hebben die ambtenaren een professionaliseringsslag nodig en die burgers moeten leren hun verhaal goed te doen, een vorm van empowerment.”
Kennisatelier opzetten
De meeste schrijvers van de artikelen in Bouwplaats lokale verzorgingsstaat maken deel uit van de onderzoeksgroep Governance of Activation. “Vanuit die groep willen we een kennisatelier opzetten om samen met de gemeenten te reflecteren op een aantal thema’s in het kader van de overheveling van rijkstaken naar het lokale bestuur”, legt Bosselaar uit. Het boek is volgens hem “een eerste vingeroefening”.
“Het gaat primair om het gezamenlijk formuleren van de belangrijkste vragen en het gezamenlijk zoeken naar antwoorden”, aldus Bosselaar.
Collegereeks
Er is al een collegereeks gegeven voor wethouders en directeuren van gemeentelijke diensten, met gerenommeerde wetenschappers als hoogleraar sociale wetenschap Abram de Swaan, hoogleraar bestuurskunde Paul Frissen en eerder genoemde Willem Trommel. Die reeks wordt dit najaar herhaald.
Uiteindelijk moet dit allemaal resulteren in een nieuwe onderzoeksgroep, mede gefinancierd door de deelnemende gemeenten, die zich met de lokalisering van de verzorgingsstaat zal bezighouden.