Godsdienstfilosoof Henk Vroom is vorige week donderdag op 68-jarige leeftijd overleden. Hij was al geruime tijd ziek.
Vroom was sinds 1992 hoogleraar godsdienstwijsbegeerte, apologetiek en encyclopedie der godgeleerdheid’. In 2010 ging hij met emeritaat maar tot 2011 bleef hij nog coördinator van het VU-Center of Islamic Theology, met de opleiding tot islamitisch geestelijk verzorger, in de media steevast ‘imamopleiding’ genoemd.
Couscous en wereldmuziek
Vroom was een expert op het gebied van de interreligieuze dialoog, die de lastige vragen niet schuwde: “Als het bezoeken en kennismaken met elkaar niet verder komt dan het eten van couscous en het luisteren naar wereldmuziek wordt het toeristentheologie”, zei hij in 2009 op een symposium.
Hij kreeg in dat jaar ook een Societal Impact Award, die de VU hem uitreikte voor zijn ‘wetenschappelijk en maatschappelijk zeer relevante werk’.
Overheid en religie hebben elkaar nodig
“Alleen maar zoeken naar de overeenkomsten tussen boeddhisme en christendom, christendom en islam is de dood in de pot”, zei Vroom toen tegen Advalvas. “Natuurlijk is het belangrijk om te zien welke aspecten we delen. Maar het is minstens zo belangrijk te weten met welke aspecten we moeite hebben. Als je net doet of er alleen maar overeenkomsten zijn, wordt je ongeloofwaardig. Alleen al als je de televisie aanzet, zie je iets heel anders.”
Overheid en religie hebben elkaar nodig, vond Vroom. “Levensbeschouwingen en religies spelen een enorme rol in het leven van menen en dus in de samenleving. De overheid kan dat niet negeren. Religie raakt het hart; de overheid regelt het leven; het één kan niet zonder het ander. De scheiding tussen kerk en staat is geen scheiding tussen staat en religie. Waarom zou je religies geen positieve rol geven?”
Ik-tijdperk
Dit voorjaar komt zijn laatste boek uit: ‘Ik en de ander – Solidair zijn in een ik-tijdperk‘.