Vijftien derdejaars bachelorstudenten gaan voor hun minor op bezoek bij auteur Tom Lanoye in Antwerpen. Een aanstekelijke middag over literatuur, het noodlot en het kiezen van je eigen ketens.
Vrije Schrijver Annelies Verbeke koos vier auteurs uit, bij wie haar studenten op huisbezoek gaan. Als eerste zijn zij nu bij haar landgenoot Tom Lanoye. De studenten nemen plaats op ijzeren klapstoelen, kubussen en grote poefs, de Vlaamse schrijvers zitten op hun ‘zetels’; klaar voor het gesprek over de roman Gelukkige slaven. Lanoye heeft nooit eerder studenten thuis ontvangen en is erg benieuwd naar hun vragen. Maar voordat ze losbranden, wil hij weten waarom gekozen is voor een roman van vijf jaar geleden. Verbeke antwoordt dat die zo goed past bij het VU-jaarthema: Connected World, Gelukkige slaven speelt zich namelijk af in Zuid-Afrika, Zuid-Amerika en China. “Ah ja, in Nederland is het ook beter ontvangen dan in België; Vlamingen zijn veel honkvaster dan Nederlanders, kan er allemaal mee te maken hebben”, vult Lanoye aan.
Wij zijn allemaal slaven
Vanwaar de titel Gelukkige slaven? vraagt een student. “Daar heb ik lang naar gezocht. Ook omdat gelukkig meer betekenissen heeft. Bij de presentatie van het boek heb ik overigens met veel plezier Oh happy slaves gezongen met een band. Maar nu weer serieus: echte vrijheid heb je als je zelf je ketens kunt kiezen. Waarom leven we niet zoals we zelf wíllen leven? In hoeverre ben je echt vrij? Zijn we niet allemaal slaven?”
Klem in klauw van hebzucht
“Waarom durven we de sprong naar de vrijheid niet te maken en houden we zo angstvallig vast aan bekende patronen? Religie is in no-time ingeruild voor materialisme. Mijn personages willen het vooral gaan maken. Ze zitten finaal klem in die klauw van hebzucht. De opgedrongen waarden zijn verinnerlijkt. Ze hebben hun ketens aanvaard. Hoe mensen maar altijd blijven werken, werken, werken en daar heel veel voor opofferen. Dat wordt in dit boek getoond, dat wil ik duidelijk maken. Maar de ondertekst moet je ook willen lezen. Mijn personages zeggen weliswaar hardvochtige dingen, maar daarmee is de kern van het boek nog niet hardvochtig.”